Organisaties kennen traditioneel gezien de vijf P’s van product, personeel, plaats, prijs en promotie maar al te goed, vaak nog uitgebreid met partners en presentatie. De businessimpact van games, met verwante concepten als serious games en gamification pleit voor een nieuwe P, die van plezier. Juist deze P kan een effectieve tool zijn in de engagementeconomie en geeft tegelijkertijd een aanzet tot de beëindiging van de polarisatie tussen werk en spel. Werk en spel zijn namelijk allang geen tegenstelling meer.
Game On, het nieuwste trendrapport van het Verkenningsinstituut Nieuwe Technologie (ViNT), zoomt in op de rol van spel in de engagementeconomie. Spel heeft namelijk een prominente plek veroverd in onze omgang met media, de interfaces waarmee we interacteren en spel in de meest letterlijke vorm: games. Een centrale plek in het rapport is weggelegd voor gamification als ontwerpstrategie die specifieke gamedesignelementen- en dynamieken
vertaalt naar en toepast in een non-game context. Een trend met nu al zichtbare businessimpact: de gamificationmarkt is eind 2012 al zo’n 242 miljoen dollar waard, in 2016 zal dit al zijn gestegen naar 2,8 miljard (volgens M2 Research, 2012).Na de sociale laag over het web en organisaties, die zich nog altijd aan het vormen is, vormt zich nu een speelse laag rond de optelsom van cultuur, economie en technologie. De explosie van mobile en social gaming zijn hier concrete vormen van, maar onze omgang met media is speelser dan je denkt. Open contentcreatie, het remixen van bestaand materiaal: API’s, CMS’en en SDK’s zijn de speelblokken van de 21ste eeuw. Handelingen als likes, retweets en nieuwe volgers? Het zijn deze positieve feedbackmechanismen (tekens van erkenning en/of vooruitgang), die in games zo goed worden gefaciliteerd. Kortom: het netwerk van speelse media, interfacepatronen en een gebruiker die bekend is met deze designprincipes, vormen het fundament voor het toepassen van ‘gamedesign denken’ buiten de context van een game. Die analyseslag wordt naar onze mening momenteel nog veel te weinig gemaakt!
De huidige staat van gamification wordt nog teveel gedomineerd door ‘oppervlakkige’ applicaties in het business-to-consumer segment. Met oppervlakkig doelen we op systemen die vooral gamedesignelementen inzetten om gebruikers te belonen. Dit terwijl de inzet van deze elementen juist een uitdagende interactie tussen gebruiker en systeem kan faciliteren. Belonen is hier onderdeel van, maar het slim structureren van taken, het beter worden in handelingen, sociale connectiviteit en realtime feedbackmechanismen zijn dat zeer zeker ook.
Game On gaat in op de vraag waarom het juist nodig is om op het vlak van interactie in relatie tot gamification nog veel winst te boeken. De transitie van compensatie naar motivatie is hierin cruciaal: veel organisaties hebben de middelen om hun publiek te compenseren (korting, acties), weinig organisaties krijgen het voor elkaar hun publiek – medewerkers en/of klanten – te motiveren.
Game On sluit aan op de zogeheten ludificering (ludus = spel) van organisaties en positioneert en analyseert gamification als exponent van deze trend. We leggen juist de nadruk op aspecten die verder gaan dan beloningen door badges en die uitdagende interactie faciliteren en intrinsieke motivatie stimuleren. Als fundament biedt Game On inzicht in de speelse mediacultuur – van Homo Ludens (de spelende mens) tot mobiele apps als SCVNGR – en laat het rapport relevante concepten uit de psychologie – zoals flow en de vier voorwaarden voor optimale participatie – de revue passeren. Tot slot zoomen we aan de hand van cases in op gamification binnen de enterprise rond social performance management en de rol van gamification binnen innovatieprocessen.
Bron: Thomas van Maanen, Sogeti.
Zijn aandacht gaat nu uit naar alle facetten van het merk. Zijn eerste focus was op de mensen. “De grootste fout is als de marketeer aan het merk gaat bouwen. Iedereen in de organisatie bouwt het merk”
Door alle mensen de straat mee op te nemen, heeft Bavaria haar mensen laten ervaren dat het merk vooral de betekenis is voor de klant.
De strategie van Bavaria kenmerkt zich door diversificatie met veel lokale merken in de portfolio. Een deel van deze merken wordt ontwikkeld in samenwerking met lokale partners. Zo bouwt Bavaria aan een nieuwe brouwerij, een nieuw bier en ook een nieuw merk in Ethiopië. De nadruk zal de komende jaren meer op het internationaal uitbreiden van de portfolio liggen.
Peer Swinkels is eindverantwoordelijk voor de merkenportfolio wereldwijd en directeur van Bavaria Nederland.
“The idea was to see if an inamimate object can have a personality of its own. We developed a shoe that could talk and tell you things–that could pick up enough information about your exercise, whether you’re walking, running, moving fast or slow. From there, we developed the personality, and then added the [250] phrases and connection. Not only does it have a personality and it actually talks to you, but it interacts with your social networks.”Het product is niet bedoeld om te lanceren op de markt. Het is een “fun”-experiment dat Google samen met Adidas, reclamebureau 72andSunny en interactieve startup YesYesNo (waar Percifield werkt) heeft opgezet. Volgens Percifield worden nog geeneens alle mogelijkheden van de technologie gebruikt en kunnen we in de toekomst nog meer van dit soort toepassingen verwachten.
“Our goal is really to figure out how you marry innovations in technology with marketing and advertising. I want to move people from thinking about digital advertising to thinking about advertising and marketing in the digital age. There could be a future where these type of things become the norm on the Web. Don’t do digital marketing, do marketing for a connected world.”Google kwalificeert de gedane experimenten zelf nog als zijnde pure fun. Maar met haar experimenten laat ze juist zien hoe serieus ze nadenkt over een digitale wereld waar alles en iedereen met het internet verbonden is. Google Glass en de zelfrijdende auto, het is nog maar het begin. Wat als Google straks een dikke vinger in de pap heeft van het Internet of Things? Volgens Cisco zijn er rond 2020 meer dan 50 miljard apparaten verbonden met het internet. Deze devices voegen allemaal een beetje informatie toe aan de enorme Big Data-stapel. En is het niet Google’s missie om alle informatie ter wereld te organiseren? Bron: Sander Duivestein, Sogeti
Het voorbije jaar heeft Center Parcs al een paar kleine co-creatie stappen gezet. Eén van de eerste ideeën was de zoektocht naar een naam voor een nieuwe glijbaan in De Vossemeren. Op basis van de foto’s konden de Facebook-fans ideeën geven voor de nieuwe glijbaan. De oproep leverde zo’n 1.500 suggesties op. Daaruit koos Center Parcs zes finalisten. Na een finale stemming werd de naam ‘Monkey Splash’ gekozen. Hoe ‘klein’ deze stap ook was, toch was er nood aan een kleine mentaliteitswijziging onder de marketeers. Want de naam zou nu echt wel van een consument komen, zelfs al zou het marketingteam de naam minder geschikt kunnen vinden.
Eerder dit jaar kwam plots het idee op tafel te liggen om de nieuwe brochure samen met parkgasten te maken. Dit betekent het traditionele en goedwerkende proces plots omgooien. Zowel de mensen van Center Parcs als hun bureau (Duval Guillaume Modem) besloten toch om ervoor te gaan en een brochure te co-creëren met de gasten.
De eerste stap was de selectie van de gastgezinnen. Via Facebook en Close-Up magazine werden gezinnen uitgenodigd zich kandidaat te stellen. Meer dan 600 gezinnen reageerden enthousiast en vulden een motivatieformulier in. Hieruit werd een selectie gemaakt door Center Parcs. Daarbij werd gezocht naar gezinnen die passen bij de sfeer en de doelgroep van het park. Zo kwam er in Erperheide een gezin met zeer jonge kinderen, in Park Zandvoort een senior koppel en in de Kempervennen een gezin met tieners.
Daarna gingen de gezinnen naar de parken. Daar aangekomen kregen ze een briefing door de mensen van Duval Guillaume Modem en door het team van Center Parcs. In deze briefing werd duidelijk gemaakt dat zij de nieuwe brochure mochten maken, maar dat daarbij rekening moest gehouden worden dat zo’n brochure naar meer dan 2 miljoen mensen gaat. Gasten kregen met andere woorden de opdracht om verder te kijken dan hun eigen persoonlijke opinie. Gasten begrepen trouwens heel goed wat de bedoeling was.
De volgende dag werd aan de brochure gewerkt. Daarbij konden de gasten unieke punten van het park beschrijven, konden ze foto’s uitkiezen die volgens hen het park goed weergeven. Achteraf bekeken stelt Paul Geraeds (marketingdirecteur Center Parcs Europe) dat 80% van de beschrijving anders is dan wat Center Parcs zelf zou geschreven hebben. De input van de consument is met andere woorden heel groot. Paul beschrijft het als volgt: ”De brochure is deze keer iets minder ‘gelikt’, misschien ietsje rommeliger, maar ook des te persoonlijker. De winst is relevantie en geloofwaardigheid”. Na de samenstelling van de consument, is er geen finale eindregie geweest die dingen corrigeert. Het resultaat is echt puur op de input van de consumenten gebaseerd.
De laatste stap was de keuze van de cover. De gastgezinnen hebben een suggestie gemaakt, maar de finale keuze werd gemaakt door de Facebook-fans, alle gasten en als een soort second opinion alle medewerkers van Center Parcs. Uit deze vragenronde bleek dat er grote verschillen waren per land. Voor het eerst besloot Center Parcs om de cover aan te passen aan de cultuur van het land. Vroeger was het overal dezelfde cover, nu werd de keuze bepaald op basis van input van de consument.
Volgend jaar kiest Center Parcs opnieuw voor deze aanpak. Waar er aanvankelijk nog wat twijfels waren over dit project, zijn die nu helemaal verdwenen. Naar volgend jaar toe is er al een aantal ideeën om nog een stapje verder te gaan:
Bron: Molblog, Elsbeth Eilander
Vincent van den Boogert is bij ING verantwoordelijk voor het merk en de marketing voor de Nederlandse markt. Hij ziet het als zijn kernopdracht om vooral het vertrouwen van de klant te winnen. Relevantie voor de klant is zijn leidraad, met als opdracht het merk meer emotionele waarde te geven. Van den Boogert gaat in op de merkcampagne waarin de kleur Oranje centraal staat.
“Oranje kun je niet claimen, Oranje is van iederereen. Het laat wel onze mentaliteit zien”. ING maakte de radicale keuze om de NPS tot de leidende KPI te maken in al het handelen van alle medewerkers. Dat begint z’n vruchten af te werpen. ING is nog niet waar het wil zijn, maar Van den Boogert ziet dat belangrijke stappen genomen worden.
Bron: Joris van Zoelen, SynergieInterview met Patrick Stal, directeur Interbrand Amsterdam, over de Top100 best global brands 2012. Hij legt onder andere uit wat de ingredienten zijn van een succesvol merk. Winnaar Coca-Cola bijvoorbeeld heeft met een verzadigde markt te maken, maar slaagt er toch in een groei van 8 procent in merkwaarde te realiseren. Stal: ‘Ze slagen erin om in alle landen waar ze aanwezig zijn een zeer consistente merkervaring neer te zetten. Het is het product en alles wat daarmee te maken heeft. Het creeren van zo’n holistische merkervaring is waar branding vandaag de dag om gaat, en om de mensen die het mogelijk maken.’
Stal wil dan ook de functie van brandmanager herdefinieren: ‘Brandmanagement gaat niet meer om het managen van logo’s en identiteiten, het is people management geworden. Uiteindelijk zal de brandmanager interne doelgroepen moeten managen, zodat zij uiteindelijk extern een holistische en consistente merkervaring kunnen neerzetten. Verschillende sectoren gaan daar allemaal anders mee om, maar als brandmanager ben je verantwoordelijk voor een consistent merkimago en dat gaat tegenwoordig nog maar een klein beetje over de visuele identiteit. Het gaat vooral over alles wat we doen en produceren.’
De meeste merken in de top 10 zijn technologiebedrijven. Hoe komt dat? Stal: ‘We hebben het onderzocht, het is omdat ze het op een moeilijke manier hebben moeten leren; om zich niet te positioneren op een product maar op een grotere propositie. IBM heeft dat gedaan met smarter planet initiative: een groter principe lanceren waar een merk zich achter kan scharen. Om te gebruiken voor thought leadership, maar ook juist intern om helderheid te creeren onder eigen werknemers, om te laten zien waar het merk voor staat.’
Veel automotive bedrijven hebben de recessie aangegrepen om te investeren in het merk. Stal: ‘Veel bedrijven hebben gesaneerd aan de achterkant, gesneden in het (merken)portfolio, en zijn nu weer klaar om in de generatie van vraag te investeren, oftewel in het merk. Mercedes Benz heeft een nieuwe merkpropositie gelanceerd, alles oder nichts. Ford ook, go forward. Audi investeerde in volledig nieuwe retailconcepten. Hyundai en BMW investeerden voor het eerst in wereldwijde campagnes. Kia vernieuwde het complete uiterlijk van de gehele vloot.’
Hoe is het gesteld de Nederlandse merken in de lijst? Stal: ‘Alle merken hebben het afgelopen jaar groei getoond. Philips heeft de merkwaarde in de afgelopen 10 jaar zelfs weten te verdubbelen. Een ongelofelijke prestatie. Dat doen ze stapje bij beetje, maar ze doen het wel.’ Wat moeten andere Nederlandse merken doen om een plekje in deze lijst te krijgen? Stal: ‘ Er is voor andere Nederlandse globale spelers nog werk aan de winkel. Ik ben ervan overtuigd dat er plek is voor meer Nederlandse merken op de lange termijn, maar dan moeten ze stappen durven maken en zich meer richten op intensivering van het merk, en niet alleen de operatie in Nederland.’
Bron: Molblog, Interview Patrick Stal, Interbrand,
Sampling op verzoek, is een sympathieke vorm van pull-marketing. Geen wonder dat deze vorm van B2C-marketing het afgelopen jaar ook de weg richting social media heeft gevonden. Je kunt hier namelijk meerdere vliegen in één klap slaan. Er is echter nog weinig geschreven over dit onderwerp, dit was voor mij de motivatie om dieper in deze materie te duiken.
Social sampling en netwerken
Mijn vermoeden werd bevestigd door de cases die ik op het internet tegenkwam: Facebook is het netwerk dat het meest wordt ingezet voor social sampling. De snelle deelbaarheid van Facebook status-updates maakt het dat nieuws zich snel verspreidt en communities explosief kunnen groeien. Fans spreken over producten, hetgeen een sneeuwbaleffect kan veroorzaken en er op grote schaal horizontale marketing voor jouw merk wordt verricht. Een aantal adverteerders heeft dit al succesvol gedaan, ik selecteerde de volgende inspirerende social sampling cases van Burberry, Lipton en A.Vogel als goede, succesvolle voorbeelden.
Case Burberry
Burberry Body: 25.000 samples, 40% stijging brand likes. Een goed begin is het halve werk, maar hoeft niet ingewikkeld te zijn. Bekijk hier het eenvoudige maar zeer effectieve teaser-fimpje van Burberry waarmee de campagne is gestart.
Case Lipton
De Lipton sampling actie leverde 75.000 fans op, maar ook de verdere uitkomsten van de campagne waren indrukwekkend. Consumenten die zelf een sample aanvragen, kochten beduidend meer Lipton Tea dan consumenten die een sample ontvingen via een magazine. Verdere opvallende uitkomsten, zoals de invloed van sampling op de brandstatements, lees je in het artikel over Lipton.
Case A.Vogel
A.Vogel koos voor promotie en sampling via social media (#zodruk) om het middel ‘Rustgevend Extra Sterk’ onder de aandacht van de doelgroep te brengen. De actie leverde een verdubbeling van het aantal volgers op Twitter op, 85% meer online verkoop van het product en een groot bereik.
Bouw een community, ga crowdsourcen!
Nu terug naar de twee vliegen in één klap die ik jullie beloofde aan het begin van mijn verhaal. De eerste vlieg die je op Facebook slaat, is het razendsnel opbouwen van een community. De community bestaat veelal uit gebruikers van jouw product. Wat is er nou mooier voor een merk om in contact te komen met de doelgroep en hen te belonen voor hun merkbetrokkenheid? Vlieg 1,5 sla je door jouw doelgroep door middel van crowdsourcing mee te laten denken over de producten die je aanbiedt. Wanneer je hen om input vraagt, geven zij gegarandeerd een ongezouten mening. Gebruik deze ‘kritieken’ om producten volledig op de gebruiker af te stemmen en je hebt er een hoop ambassadeurs bij.
Facebook advertising voor traffic
Hoe zorg je er nu voor dat Facebook-gebruiker op de hoogte is van jouw sample-actie? Facebook advertising is één van de manieren om acties onder de aandacht te brengen en traffic naar een Facebook-pagina te genereren. Het advertentiemodel van Facebook biedt de adverteerder de kans om diep te segmenteren. Zo kun je segmenteren op leeftijd, geslacht, woonplaats, persoonlijke interesses, relatiestatus, verjaardag et cetera. De speciale sample advertenties bevatten een link waarbij je direct een sample kunt bestellen. Onlangs werd zelfs de mogelijkheid toegevoegd om jouw gehele e-maildatabase in te laden en daar je advertenties op te richten. Kortom, jouw advertenties kunnen nauwkeurig op de eindgebruiker van jouw sample/product worden afgestemd.
Op deze manier verleid je de consument om naar jouw Facebookpagina te gaan en een like te plaatsen. Gedegen communitymanagement en een app (eventueel ook mobile app) is hetgeen je rest om de tweede vlieg met die ene klap knock out te slaan, namelijk jouw sample en coupon op de mat van de consument te krijgen. Zo vergroot je de naamsbekendheid en afzet van je producten. Door het toepassen van een opt-in binnen de app kun je ook nog eens een derde vlieg slaan en je database verrijken om zo door middel van bijvoorbeeld e-mailmarketing aan customer loyalty te werken.
Code social marketing
Dat klinkt allemaal zaligmakend, zijn er dan geen valkuilen betreft social sampling? Die zijn er. Onlangs was ik aanwezig bij de lancering van de code social marketing die door de DDMA in het leven is geroepen. Tijdens deze bijeenkomst werd ingegaan op de mogelijke misleiding die social sampling met zich meebrengt. Wanneer bedrijven bijvoorbeeld BNers inschakelen om producten te testen en deze via social media aan te prijzen, is de consument zich er niet van bewust dat dit onderdeel uitmaakt een marketingprogramma. De gemiddelde Nederlander laat zich vrij gemakkelijk door BNers beïnvloeden. De grote vraag is dan ook: “Had ik als consument willen weten dat de aanbeveling afkomstig is van een persoon die daarvoor wordt vergoed?”. Wanneer een relatie tussen adverteerder en verspreider bestaat, moet dit kenbaar worden gemaakt naar de consument.
Wil je meer weten van de code social marketing? De DDMA heeft een diverse filmpjes op Youtube gezet die de code toelichten.