Brand Management » Modellen https://www.brand-management.nl Brand-Management.nl is een weblog over actuele, nuttige, leerzame en leuke wetenswaardigheden over merken- en marketingzaken. Tue, 21 May 2013 19:42:43 +0000 nl-NL hourly 1 http://wordpress.org/?v=3.5.1 Uitgelicht: Leiderschapsrol-model https://www.brand-management.nl/2013/05/leiderschapsrollen/ https://www.brand-management.nl/2013/05/leiderschapsrollen/#comments Mon, 20 May 2013 18:29:01 +0000 Brand Management https://www.brand-management.nl/?p=7236 De vier rollen van de leider

Een leider of ondernemer zet ‘dromen’ om in ‘doen’. Dat is het hoofdproces. Hij (of zij) krijgt dit voor elkaar door ook te ‘delen’ en te ‘denken’, als aanvullende competenties. Zo kunnen er vier rollen onderscheiden worden, de leider of ondernemer als:
  • de dromer
  • de doener
  • de denker
  • de deler

De dromer

Je kijkt naar buiten, fantaseert, droomt, creëert, maakt nieuwe combinaties. Opeens is er een idee, passend bij jouw visie en zie je een kans.
  • Creëren
  • Fantasie en dromen
  • Ideeën en creatieve concepten
  • Grensverleggend
  • Nieuwe wegen bewandelen
  • Open minded, uitstel van oordeel
  • Innoveren, vernieuwen
  • Mogelijkheden, gat in de markt zien
  • Visie creëren, buiten binnen halen

De doener

Een doener pakt de kans, durft te doen en door te gaan waar anderen stoppen.
  • Implementeren, realiseren
  • Initiatief en actie
  • Drive en energie
  • Zich verantwoordelijk voelen
  • Planning en prioriteiten
  • Keuzes durven maken
  • Risico’s nemen
  • Resultaatgericht
  • Doorzettingsvermogen
  • Lak aan regels, eigen weg

De denker

Problemen kom je onderweg tegen, per definitie. Je kunt ze gedeeltelijk voorkomen en erop anticiperen door er vooraf goed over na te denken.
  • Analyseren
  • Problemen oplossen
  • Diagnoses
  • Risico- en scenarioplanning
  • Doordenken businessplan
  • Hoofd- van bijprobleem onderscheiden
  • Rationeel en inhoudelijk
  • Cijfermatig en objectief
  • Kritisch, advocaat van de duivel

De deler

Zonder anderen kom je er niet. Door het delen van je idee, je passie, je enthousiasme krijg je anderen (sponsors, klanten, collega’s) mee.
  • Communicatie
  • Relationeel, inlevingsvermogen
  • Emotioneel intelligent
  • Passie, betrokken zijn, gevoelsmatig
  • Anderen mee krijgen
  • Enthousiasme overbrengen
  • Presenteren, verkopen
  • Samenwerken
  • Relaties ontwikkelen en onderhouden netwerken



Beweging

Het belangrijkste van leiden of leidinggeven en ondernemen is het omzetten van dromen in daden. Dit wordt ook wel het stuwingproces genoemd: innovatieve ideeën écht realiseren. Van dromen naar doen. Van rechtsboven naar linksonder in het model (zie witte pijl).

In de tabel zijn de competenties, eigenschappen en kwaliteiten verder uitgewerkt. Van de ‘dromer’ ga je naar de ‘doener’, en onderweg kom je de ‘denker’ en de ‘deler’ tegen. De ideale leider ondernemer heeft elementen van alle vier de onderdelen in zich. Een goede leider of ondernemer kent zijn type en krachten en is in staat zijn ‘tekortkomingen’ te compenseren of ontwikkelen.
De leiderschapstest of ondernemerstest kan op verschillende manieren worden gebruikt:

  • De test laten uitvoeren door de leidinggevende en enkele van zijn of haar medewerkers. De gegevens van de leidinggevende en het totaal van de medewerkers kan in één model met elkaar worden geconfronteerd.download leiderschapstest voor medewerkers

  • De test laten invullen door de leden van een managementteam, waarna de gegevens kunnen worden geconfronteerd in één model.
De test wijst zichzelf. Het excelsheet heeft drie tabbladen:
  • Een tabblad ‘test’, waarin stellingen worden geclassificeerd.
  • Een tabblad ‘resultaten’, waarin de resultaten van de test automatisch worden verwerkt en verdeeld naar de vier rollen van een leider of ondernemer.
  • Een tabblad ‘model’, waarin de resultaten worden gevisualiseerd.
Je kan je eigen rollen als leider of ondernemer bepalen door de test alleen in te vullen. Veel leerzamer, maar waarschijnlijk ook confronterend, is wanneer je de test ook door een aantal van je medewerkers laat invullen. Laat in dat geval de test bij voorkeur door een onafhankelijk iemand uitzetten, innemen en verwerken, om de anonimiteit van de medewerkers te garanderen en een optimaal resultaat te krijgen. download confrontatiemodel manager versus medewerkers

Wil je de leiderschapskwaliteiten of ondernemerskwaliteiten van je collega’s in het managementteam bespreekbaar maken, dan helpt een dergelijke test. Je krijgt een aantal individuele modellen en een gezamenlijk model. Leg de modellen naast elkaar, spreek af geen oordelen te vellen (is ook onmogelijk) en kijk met elkaar wat je ziet en wat je daaruit kan leren.

download confrontatiemodel voor managementteam
Bron: Gertjanschop.com
]]>
https://www.brand-management.nl/2013/05/leiderschapsrollen/feed/ 0
Merkmodel: Brand Asset Valuator https://www.brand-management.nl/2013/05/model-brand-asset-valuator/ https://www.brand-management.nl/2013/05/model-brand-asset-valuator/#comments Sat, 18 May 2013 06:39:25 +0000 Brand Management https://www.brand-management.nl/?p=5437 Bij de ontwikkeling van de Brand Asset Valuator (BAV) waren o.a. de Amerikaanse professoren Aaker (Berkeley) en Biel betrokken. Deze laaste zijn ideeën over brandscapes zijn verwerkt in de BAV. Biel’s visie is dat alle merken vechten om een deel van de beschikbare aandacht van een consument. Een merk moet dus niet uitsluitend met andere merken uit haar eigen categorie vergeleken worden, maar met alle merken die zich in de brandscape van de doelgroep of het segment bevinden (cross-categoriaal). 


Brand Asset Valuator is één van de grootste merkonderzoeken ter wereld. Het onderzoek wordt in 40 landen onder ruim 185.00 consumenten uitgevoerd en bevat gegevens over 19.800 merken. De merkperceptie van consumenten wordt op 55 dimensies gemeten. Het eerste onderzoek vond plaats in 1993. BAV is een middel om inzicht te krijgen in de gevoelens en gedachten van consumenten over merken. Het model biedt inzicht in de kracht en toekomstige ontwikkeling van merken. BAV


maakt het mogelijk om vergelijkingen te maken tussen merken uit verschillende markten. Y&R investeerde sinds 1993 US $ 70 mio in BAV.

Volgens de BAV ontwikkelen succesvolle merken zich volgens vier stadia, ook wel ‘pijlers’ genoemd:



  • Differentiatie: Het startpunt bij het bouwen van een krachtig merk. Deze dimensie geeft de unieke en onderscheidende positie van een merk weer. Consumentenvoorkeur en een hogere marge worden gedreven door differentiatie.
  • Relevantie: De tweede stap. Als de unieke propositie (differentiatie) consumenten aanspreekt, zal het merk hun interesse winnen en zullen zij het merk gaan gebruiken. Relevantie vertoont dan ook veelal een correlatie met het marktaandeel van merken.
  • Waardering: De derde pijler in het proces van merken bouwen. Deze pijler weerspiegelt de mate waarin consumenten een merk positief beoordelen.
  • Vertrouwdheid: Vertrouwdheid is het succesvolle resultaat. Een hoge vertrouwdheidspijler betekent dat consumenten alle aspecten van het merk heel goed kennen; ze beschouwen het merk als een goede vriend.

BAV kan gebruikt worden voor het:



  • meten van de kracht/zwakte van merken
  • meten van imago’s van merken
  • identificeren van doelgroepsegmenten
  • voorspellen van ontwikkelingen van merken
  • vergelijkingen van merken en categorieën
  • onderzoeken van mogelijke merkextensies en co-branding

]]>
https://www.brand-management.nl/2013/05/model-brand-asset-valuator/feed/ 0
Model uitgelicht: Treacy & Wiersema https://www.brand-management.nl/2013/05/model-uitgelicht-treacy-wiersema/ https://www.brand-management.nl/2013/05/model-uitgelicht-treacy-wiersema/#comments Fri, 17 May 2013 06:07:57 +0000 Brand Management https://www.brand-management.nl/?p=6870 In het model van Treacy en Wiersema staan drie keuzes, waardedisciplines genoemd, centraal. Het betreft operational excellence (prijsgericht), product leadership (productgericht) en customer intimacy (klantgericht). Het model dwingt je te kiezen voor één van deze drie disciplines.


De keuze voor een van deze drie staat centraal bij het formuleren van een strategie en is daarmee bepalend voor de inrichting van de organisatie en de processen binnen de organisatie. Het model geeft niet alleen de inhoud van de disciplines weer, maar helpt ook bij het maken van de juiste keuze en het vertalen van de keuze naar de praktijk.



1. Operational excellence


Hierbij ligt de focus vooral op het effectief managen van de processen binnen de organisatie. De vier pijlers van deze richting zijn:



  • Taak en procesgedreven managen van personeel
  • Afstemmen van processen van leveranciers en de eigen organisatie
  • Het meten en monitoren van processen om efficiëntie en kostenbesparingen te realiseren
  • Het niet of nauwelijks toestaan van veranderingen in assortiment en procedures.

Een goed voorbeeld uit de foodservice op wie alle vier principes van operational excellence van toepassing zijn, is McDonalds. Deze organisatie heeft namelijk alle bedrijfsprocessen tot in de puntjes vastgelegd, die zij vervolgens aan haar franchisenemers en medewerkers in een omvangrijk handboek uiteenzet. Mede door dit strakke regime is McDonalds in staat efficiënt te opereren en de kosten te beheersen, waarbij de service en kwaliteit niet het onderspit delven.


2. Product leadership


De klant kiest voor een sterk merk met vernieuwende, innovatieve producten. Creativiteit is het hoogste goed binnen de organisatie en het bedrijf is in staat haar processen hierop in te richten. Flexibiliteit is een must voor dit type organisatie. De belangrijkste principes zijn:



  • Innovatie wordt aangemoedigd
  • R&D neemt een centrale positie in binnen de organisatie
  • Flexibele bedrijfscultuur

Vaak zijn het gespecialiseerde bedrijven die in een nichemarkt opereren die deze waardediscipline centraal stellen in de strategie. Marqt is een voorbeeld uit de foodwereld van een initiatief op wie het principe van product leadership van toepassing is. Marqt wil de gewone consument laten kennismaken met duurzaam eten dat vooral lekker is! Marqt leunt hierbij op een beperkt aantal leveranciers, waardoor het aanbod lokaal en persoonlijk is en snel kan worden aangepast aan de veranderende smaak van de consument.


3. Customer intimacy


Binnen deze waardediscipline staat de klant centraal. De organisatie stuurt op klantentrouw en is in staat producten op maat aan de klant te leveren. De belangrijke principes bij deze waardediscipline zijn:



  • De organisatie is in staat naar wens van de klant te leveren
  • Decentrale beslissingsbevoegdheid. De werknemers die dicht bij de klant staan hebben een hoge mate van beslissingsbevoegdheid
  • De bedrijfscultuur is gericht op langdurige klantrelaties

In Nederland heeft Albert Heijn zich de discipline van customer intimacy toegeëigend. Aan de hand van de data afkomstig van de bonuskaart kan Albert Heijn individueel en lokaal shoppersgedrag in kaart brengen en de inrichting van actiemechanismen hierop aanpassen.


]]>
https://www.brand-management.nl/2013/05/model-uitgelicht-treacy-wiersema/feed/ 0
De Ansoffmatrix in het kort https://www.brand-management.nl/2013/05/de-ansoffmatrix-in-het-kort/ https://www.brand-management.nl/2013/05/de-ansoffmatrix-in-het-kort/#comments Mon, 13 May 2013 08:03:20 +0000 Brand Management https://www.brand-management.nl/?p=7178 De Ansoffmatrix is een stuk marketinggereedschap dat bedacht is door Igor Ansoff (1918-2002) die het voor het eerst publiceerde in een artikel in 1957. De matrix maakt het voor marketeers mogelijk om de wijze van zakelijke groei te bepalen aan de hand van bestaande en/of nieuwe producten enerzijds en bestaande en/of nieuwe markten anderzijds. Dit zijn de vier mogelijke product/markt-combinaties. De matrix helpt bedrijven in de besluitvorming over de benodigde acties, gegeven een bepaalde ambitie. Het model wordt ook wel Ansoffs product-marktmatrix genoemd.

Vier strategieën
De matrix bestaat uit vier strategieën:
  • Marktpenetratie (kwadrant ‘huidige markt – huidig product’) Er is sprake van marktpenetratie als een bedrijf eenzelfde markt blijft betreden met bestaande producten. De beste manier om je hierbij een plaats te verwerven is door je te richten op klanten van de concurrent en een deel van hun marktaandeel in handen zien te krijgen. Bij marktpenetratie wordt onderscheid gemaakt tussen marktverbreding en marktverdieping:

    • Bij marktverdieping zet je je promotiemiddelen in om je bestaande klanten te bewegen tot een grotere afname van je product.
    • Bij marktverbreding zet je je promotiemiddelen in om nieuwe klanten te werven en richt je je op de non-users van het product.

Marktpenetratie is de minst risicovolle manier voor een bedrijf om te groeien.



  • Productontwikkeling (kwadrant ‘huidige markt – nieuw product’) Een bedrijf met een markt voor zijn huidige producten kan overgaan tot een strategie om andere producten te ontwikkelen voor diezelfde markt. Bijvoorbeeld: McDonald’s is altijd actief in de fastfoodindustrie, maar zet dikwijls nieuwe snacks in de markt. Vaak als een bedrijf een nieuw product in de markt zet, kan het nieuwe klanten voor die producten werven. Vandaar dat nieuwe productontwikkeling als cruciale bedrijfsontwikkeling kan worden beschouwd om zo concurrerend te blijven.

  • Marktontwikkeling (kwadrant ‘nieuwe markt – huidig product’)

Om je marktaandeel te vergroten kan een gevestigd product worden ingezet voor het bestrijken van een geheel nieuw segment aan klanten.
  • Diversificatie (kwadrant ‘nieuwe markt – nieuw product’) Bijvoorbeeld: Virgin Group bestrijkt met nieuwe producten zoals Virgin Cola, Virgin Megastores, Virgin Airlines en Virgin Telecommunications nieuwe markten waar het bedrijf zich voordien niet manifesteerde.



De matrix illustreert in het bijzonder dat de risico’s toenemen naar gelang de strategie afbuigt van de bekende hoedanigheid (het kwadrant ‘huidig product – huidige markt’). Productontwikkeling (door bijv. met een geheel nieuw product op de markt te komen) en marktontwikkeling (door bijv. je te richten op een geheel nieuwe doelgroep) vormen een groter risico dan marktpenetratie waarbij je met bestaande producten de winstmogelijkheden binnen de bestaande markt verder gaat uitbouwen. Diversificatie (het kwadrant ‘nieuw product – nieuwe markt’) draagt het grootste risico met zich mee.



Ansoff gebruikte aanvankelijk niet de matrixvorm, maar zette de diversificatiestrategie af tegen de andere drie mogelijkheden. Terwijl de laatstgenoemde drie mogelijkheden normaal gesproken worden gevolgd door dezelfde technische middelen, financiële middelen en verkoopmiddelen binnen de eigenlijke productielijn, vereist daarentegen diversificatie geheel nieuwe vaardigheden, nieuwe technieken en nieuwe faciliteiten. Als gevolg daarvan leidt dat dan ook nagenoeg onvermijdelijk tot fysieke en organisatorische veranderingen binnen de bedrijfsstructuur en vertegenwoordigt dit kwadrant een breuk met eerdere ervaringen. Vanuit dat oogpunt richten de meeste marketingactiviteiten zich dan ook op marktpenetratie; de Ansoffmatrix is dan ook ondanks zijn bekendheid van beperkte waarde, hoewel het als geheugensteun wel een nuttige uiteenzetting is van de openstaande mogelijkheden.

Bron: Gert Jan Schop

 ]]>
https://www.brand-management.nl/2013/05/de-ansoffmatrix-in-het-kort/feed/ 0
Whitepaper: Merkoriëntatie monitoring https://www.brand-management.nl/2013/04/gratis-whitepaper-merkorientatie-monitoring/ https://www.brand-management.nl/2013/04/gratis-whitepaper-merkorientatie-monitoring/#comments Fri, 05 Apr 2013 06:53:01 +0000 Brand Management https://www.brand-management.nl/?p=6844 Steeds meer organisaties realiseren zich dat het bouwen van een sterk merk geen sprint maar een marathon is. Het vergt een lange adem om een mentale voorkeurspositie bij de doelgroep te verdienen en te behouden. Dat organisaties hier toch fors op inzetten komt omdat een sterk merk een enorme bijdrage levert aan de (financiële) prestaties van een onderneming. De mate van merkoriëntatie van een organisatie biedt voor elke merkenbouwer een belangrijke voorspellende waarde of je op de goede weg bent.


Merkoriëntatie Begin 2013 verrichte Merketingvisie onderzoek naar de merkoriëntatie binnen het MKB. Daarbij werd gebruik gemaakt van het Brand Orientation Index (BOI) van model (2004, Johan Gromark en Frans Melin). Het BOI model, gebaseerd op grootschalig onderzoek onder corporate bedrijven, omvat acht dimensies die aangeven in welke mate bedrijven merkgeorienteerd zijn. Onder merkoriëntatie wordt verstaan: “Brand orientation refers to a conscious, deliberate approach to working with brands, both internally and externally.”


Des te beter deze factoren zijn verankerd in de organisatie, des te merkgeoriënteerder de organisatie en des te hoger de winst (EBIT). Het merkoriëntatie model wordt in de praktijk dan ook toegepast als monitoring model om de mate van merkoriëntatie te kunnen bepalen en organisatorische aandachtspunten boven tafel te krijgen.


DOWNLOAD HIER HET VOLLEDIGE WHITEPAPER. 



]]>
https://www.brand-management.nl/2013/04/gratis-whitepaper-merkorientatie-monitoring/feed/ 0
Marktorientatiemodel Narver & Slater https://www.brand-management.nl/2013/03/marktorientatiemodel-van-narver-slater/ https://www.brand-management.nl/2013/03/marktorientatiemodel-van-narver-slater/#comments Fri, 29 Mar 2013 07:34:55 +0000 Brand Management https://www.brand-management.nl/?p=6739 Het marktoriëntatiemodel van Narver & Slater bestaat uit drie gedragscomponenten en twee beslissingscriteria. Gedragscomponenten 1. Afnemersoriëntatie 2. Concurrentieoriëntatie 3. Interfunctionele coördinatie Beslissingscriteria 1. Lange termijn focus 2. Winstgevendheid Afnemersoriëntatie Waardecreatie voor de klant staat centraal binnen afnemersoriëntatie. Dit kan op twee manieren. Enerzijds door de benefits te verhogen in vergelijking tot de kosten of anderzijds door de kosten te verlagen in relatie tot de benefits. Het doel hierbij is uiteindelijk klantloyaliteit door waardecreatie. Klantloyaliteit wordt continu gemonitord en relatiebeheer verwordt tot een kernactiviteit. De gedachte hierachter is dat goed relatiebeheer waardevolle klantinformatie oplevert die kan worden vertaald naar innovaties en productmodificaties. Dit alles impliceert dat de organisatie een goed inzicht moet hebben in de waardeketen. Hoe ziet de waardeketen er vandaag uit en wat zijn de verwachtingen hieromtrent op termijn? Behalve inzicht in de waarde voor de klant moet dus ook duidelijk zijn hoe de eindconsument uiteindelijk de kosten en voordelen van het product beoordeeld. Concurrentieoriëntatie Een marktgeoriënteerde onderneming is naast de klant ook gefocust op de concurrentie. Competitive intelligence, het genereren van informatie over de concurrentie, is een integrale taak. Aan de hand van de informatie kunnen de eigen relatieve sterktes en zwaktes worden bepaald en kan concurrentievoordeel worden behaald door in te spelen op de zwaktes van de concurrent, dan wel sneller op ontwikkelingen te reageren dan de concurrent. Interfunctionele coördinatie Interfunctionele coördinatie staat voor het werken met interdisciplinaire teams. De interdisciplinaire benadering stimuleert het focussen op klant en concurrentie en verankert het marktgericht denken in de cultuur van de organisatie. Het gebruik van cross functionele teams en interfunctioneel overleg is een vast bestandsdeel van de organisatiecultuur. Deze gedragscomponent is wezenlijk anders dan de eerder genoemde. Daar waar afnemers- en concurrentieoriëntatie betrekking hebben op het genereren en delen van informatie omtrent klant en concurrentie is interfunctionele coördinatie toegespitst op activiteiten om klantwaarde te creëren. Beslissingscriteria: lange termijn focus en winstgevendheid De keuze voor het toepassen van een marktgeoriënteerd model houdt vanzelfsprekend een keuze voor de lange termijn in. Alleen al het inpassen en toepassen van de drie gedragscriteria binnen de organisatie is een proces van de lange adem. En om simpelweg de concurrentie te overleven kan een focus op de lange termijn niet worden genegeerd. Winstgevendheid is vaak een minimale voorwaarde waaraan moet worden voldaan door een organisatie die is gericht op marktoriëntatie. Winstgevendheid is feitelijk een resultante van de marktoriëntatie.
Vier benaderingen van marktoriëntatie Als gevolg van gelimiteerde budgetten en beschikbare capaciteit worden is het in veel gevallen noodzakelijk keuzes te maken in het proces van marktoriëntatie. Er worden vier verschillende typen van marktoriëntatie onderscheiden:
  • In beslag genomen door afnemers
  • Marketingkrijgers
  • Strategisch geïntegreerd
  • Strategische dwazen
1. In beslag genomen door afnemers Deze categorie fabrikanten focust zich sterk op afnemers. Veel ‘market driven’ fabrikanten hebben deze vorm van oriëntatie tot kern van hun handelen gemaakt. Deze benadering is met name succesvol in een groeiende, gefragmenteerde markt met veel klanten met weinig inkoopkracht. 2. Marketingkrijgers Fabrikanten die zich vooral richten op en spiegelen aan de concurrentie vallen in de categorie marketing krijgers. Dit tweede type van marktoriëntatie loont vooral in de situatie van een goed voorspelbare marktvraag, een stabiele en geconcentreerde concurrentiestructuur en een beperkt aantal afnemers met grote inkoopkracht. 3. Strategisch georiënteerd Deze fabrikanten besteden evenveel aandacht aan de klanten als aan de concurrentie. Dit is de meest ultieme vorm van marktoriëntatie. Juist uitgevoerd is dit wel een kostbare vorm van marktoriëntatie. De hoge kosten die zijn gemoeid met het volgen van de markt hebben een negatief effect op het financiële resultaat. Daarnaast speelt de waarde van het merk een doorslaggevende rol voor dit type fabrikanten. De positie van het merk in de mind map van eindverbruikers en/of consumenten en de positionering ten opzichte van de concurrentie zijn essentiële onderdelen van de strategie. 4. Strategische dwazen ‘Strategische dwazen’ zijn intern gericht en kunnen succesvol zijn door zich te concentreren op interne activiteiten, technologische voordelen en het (verder) ontwikkelen van kerncompetenties. Het nemen van gefundeerde strategische beslissingen is moeilijk, zo niet onmogelijk, omdat kennis van de omgeving ontbreekt.

Hoe is het gesteld met de marktoriëntatie van jouw organisatie? Om de mate van marktoriëntatie binnen jouw organisatie goed te kunnen beoordelen is kennis vereist van de volgende organisatiekenmerken:
  • Welke inspanningen worden binnen je organisatie verricht om inzicht te krijgen in de huidige en toekomstige wensen en behoeften van afnemers?
  • Hoe komt je organisatie aan afnemersinformatie en op welke manier worden relaties met afnemers opgebouwd?
  • Op welke wijze wordt informatie over concurrentie ingewonnen en hoe wordt de ingewonnen concurrentie-informatie verspreid en gebruikt binnen je organisatie?
  • Welke organisatiekenmerken beïnvloeden de afnemers- en concurrentieoriëntatie?
  • In welke mate is sprake van verregaande gecoördineerde samenwerking tussen alle niveaus en afdelingen binnen je organisatie om de afnemers- en concurrentieoriëntatie te stimuleren?
  • Op welke wijze worden werknemers door de organisatie gestimuleerd in hun marktgeoriënteerd gedrag?

]]>
https://www.brand-management.nl/2013/03/marktorientatiemodel-van-narver-slater/feed/ 0
Uitgelicht: Het klokmodel van Looten https://www.brand-management.nl/2013/03/uitgelicht-het-klokmodel-van-looten/ https://www.brand-management.nl/2013/03/uitgelicht-het-klokmodel-van-looten/#comments Fri, 22 Mar 2013 07:18:15 +0000 Brand Management https://www.brand-management.nl/?p=6292 Met behulp van dit model wordt de levensfase waarin een organisatie zich bevindt in beeld gebracht. Het model geeft de mogelijkheid om de levensfase van de eigen organisatie te herkennen en zijn handelen op deze levensfase af te stemmen. De verandermanager kan bovendien dit model benutten om een meest geschikte veranderstrategie te kiezen, die aansluit op de fase waarin de organisatie zich bevindt.  


Iedere organisatie maakt een ontwikkeling door waarin een aantal fasen te onderscheiden zijn. Problemen blijven zich vooral voor te doen wanneer organisaties van de ene naar de andere fase overgaan. Het klokmodel onderscheidt vier segmenten. In het segment 11.00-11.15 uur valt de organisatie te typeren als een pioniersorganisatie. Het bedrijf is relatief jong en heeft een gat in de markt gevonden. Het kan ternauwernood aan de vraag van de markt voldoen. Geld is in deze fase geen probleem en het enthousiasme van de werknemers is groot.



In het segment 11.15-11.30 uur gaat de organisatie zich stabiliseren. Alhoewel de stormachtige vraag uit de markt wat is geluwd, blijft de afzet op de markt gunstig. Het belangrijkste kenmerk van organisaties die zich in deze fase bevinden is, dat er structuur aangebracht gaat worden. Er wordt meer aandacht besteed aan besturen en managen. De visie in dergelijke organisaties is duidelijk, iedereen identificeert zich daarmee en sturingselementen binnen de organisatie zijn evenwichtig in de organisatie ingebed. Kortom, een volwassen en gezonde onderneming zowel qua resultaten, werkplek en acceptatie in de maatschappij.


Het segment 11.30-11.45 uur luidt enige terugval in, productmarktcombinaties naderen het einde van hun levenscyclus. De resultaten van de organisatie lopen terug en er ontstaan binnen de verschillende partijen in de organisatie spanningen over de richting van de organisatie. De OR en vakbonden beginnen zich actief met de organisatie bezig te houden. De schuldvraag, die in dit segment altijd wordt gesteld, wordt beantwoordt door te wijzen op factoren buiten de organisatie. Opvallend is dat het tijdstip 11.30 uur veelal wordt ontkend. Degelijke analyses ontbreken en problemen worden afgedaan met het bekende ‘volgend jaar wordt het beter’.


In het segment 11.45-11-55 uur gaan derden zich met de organisatie bemoeien. De conflicten binnen de organisatie slaan naar buiten uit en de financiële resultaten worden al maar slechter. Naast de vakbonden en de OR gaat de bank zich ook actief met de organisatie bezighouden. Het bedrijf staat dagelijks in de krant. Er worden door het crisismanagement noodverbanden aangelegd zoals bijvoorbeeld het sluiten van delen van de organisatie, sterfhuisconstructies, management-buyouts en het ontslaan van medewerkers. Na het tijdstip 11.55 uur is de organisatie ten ziele.


Wat leert ons dit model?


In het ontwikkelingsproces van organisaties zijn duidelijke fasen te onderscheiden die elke organisatie doorloopt. Het lijkt derhalve dat elke organisatie op een gegeven moment in het segment 11.45-11.55 uur belandt. Het is echter de kunst organisaties door een permanent revitaliseringsproces binnen het segment 11.00-11.30 uur te houden. Dit revitaliseringsproces is de belangrijkste taak van het management en bestaat uit het continu zorgdragen voor motivatie, flexibiliteit en sturen op acceptatie.


Zoals al eerder aangegeven wordt het tijdtip 11.30 uur echter vaak ontkend, waardoor de organisatie als vanzelf doorschiet binnen het segment 11.30-11.45 uur. Indien de organisatie het tijdstip 11.30 uur is gepasseerd, is revitalisering geen doeltreffend middel meer om de organisatie weer op het goede spoor te zetten. In dergelijke gevallen zal er gereorganiseerd moeten worden, waarbij harde maatregelen genomen moeten worden en nieuwe keuzes moeten worden gemaakt.


Wanneer de organisatie in het segment 11.45-11.55 uur belandt, moet er echt crisismanagement worden gevoerd. Het in de dan ontstane situatie terugdraaien van de klok naar 11.30 uur is voor de organisatie in deze fase vrijwel onmogelijk. Dit betekent vaak het afstoten van (grote) delen van de organisatie, zodat er als het ware een nieuwe (pioniers)organisatie ontstaat.


Wanneer de diagnose van de organisatie met behulp van het basismodel is gemaakt, kan een inschatting worden gemaakt van het segment waarin de organisatie zich bevindt. De bepaling hoe laat het in de organisatie is, kan op deze manier gebeuren voor de organisatie als geheel of voor de afzonderlijke subsystemen. Binnen een organisatie kunnen verschillende mensen verschillende horloges dragen! Wanneer er tegelijkertijd verschillende tijdsregistraties blijken te bestaan, is het veelal later op de klok dan men denkt.  


Bron:  Zielstra, J., et al, !ACTIE!-model van veranderen, Sturingsinstrumenten voor de manager (12), 2001

 ]]>
https://www.brand-management.nl/2013/03/uitgelicht-het-klokmodel-van-looten/feed/ 0
Uitgelicht: cultuurmodel van Hardy https://www.brand-management.nl/2013/03/uitgelicht-cultuurmodel-van-hardy/ https://www.brand-management.nl/2013/03/uitgelicht-cultuurmodel-van-hardy/#comments Wed, 13 Mar 2013 07:14:57 +0000 Brand Management https://www.brand-management.nl/?p=6540 Handy stelt dat de cultuur van de organisatie niet los gezien kan worden van overige aspecten van die organisatie. Met name de cultuur en structuur zouden sterk met elkaar verbonden zijn. Handy komt tot een indeling in vier verschillende typologieën: A. Machtscultuur (Zeus) Alle macht in deze organisatie wordt gelokaliseerd bij de topfiguur. De topfiguur is over het algemeen een zeer charismatisch persoon en zijn medewerkers zijn trouw en loyaal aan hem en het bedrijf. Omdat de medewerkers hetzelfde denken als de topfiguur zijn er weinig regels en procedures nodig. De organisatie is zeer flexibel en volgt de grillen van de topfiguur.   B. Rollencultuur (Apollo) De activiteiten worden grotendeels door procedures bepaald. Hierbij gaat het zowel om het werk, individuele functies als om de communicatie tussen afdelingen. De functie of rol is belangrijker dan de persoon die hem vervult. Mensen worden gewaardeerd op basis van hun prestaties binnen hun rol. De macht ligt dan ook niet bij een persoon, maar bij de rol die hij bekleedt. Kernwoorden van dit cultuurtype zijn veiligheid, stabiliteit, behoudzucht en voorspelbaarheid. C. Taakcultuur (Athene) De leden van de organisatie zijn met name gericht op het oplossen van problemen of het goed tot uitvoer brengen van taken of projecten. De leden vertrouwen op de expertise van hun collega’s en zichzelf. Vaak worden er tijdelijke teams gevormd om een taak te volbrengen. De directie heeft slechts indirect invloed op de teams waardoor slechts beperkte sturing van het resultaat mogelijk is. De macht is niet verbonden aan een bepaalde persoon of functie maar is verspreid over de hele organisatie en concentreert zich op bepaalde knooppunten. Kernwoorden zijn taakgericht, probleemoplossend vermogen en professionaliteit. D. Personencultuur (Dionysus) In de personencultuur staat de organisatie geheel in dienst van de mensen die er werken. De personencultuur komt begrijpelijkerwijs nauwelijks voor in zijn pure vorm. Dit aangezien de meeste bedrijven doelen hebben die de individuele doelen van medewerkers te boven gaan. Alle macht wordt ontleend aan kennis en expertise, andere vormen van macht worden niet geaccepteerd. De leden vervullen taken die ze goed aankunnen en waar ze belangstelling voor hebben. Voorbeelden van dergelijke organisaties zijn kibboetsen en hippiecommunes. Indien een bedrijf een personencultuur heeft is dit meestal van korte duur, hierna gaat ze over in één van de andere culturen.
]]>
https://www.brand-management.nl/2013/03/uitgelicht-cultuurmodel-van-hardy/feed/ 0
Het “Customer Experience Maturity Model” https://www.brand-management.nl/2013/03/het-customer-experience-maturity-model/ https://www.brand-management.nl/2013/03/het-customer-experience-maturity-model/#comments Thu, 07 Mar 2013 07:42:30 +0000 Brand Management https://www.brand-management.nl/?p=5551 Om te weten hoever jij staat op het vlak van klantenervaring kun je eens een kijkje nemen naar het “Customer Experience Maturity Model” van Foviance hieronder, dat bedrijven opdeelt in vier types (houd rekening met de beperkingen en wees eerlijk met jezelf).


De vier types zijn:


Cluttered: de operationele systemen en processen zijn tactisch en gestuurd met en door gescheiden kanalen. Mijn ervaring: veel bedrijven bevinden zich nog in die fase.


Considered: individuele processen en systemen zijn klantgericht maar missen cross-channel links. Mijn ervaring: er zit ook een flink pak bedrijven in deze fase.


Capable: de systemen en processen zijn geïntegreerd maar zijn niet volledig cross-channel uitgebouwd. Mijn ervaring: ik ken persoonlijk zeer weinig bedrijven die zover staan. Als jij denkt dat je zover bent, een simpele vraag: is er een verbinding tussen de “goals” die je definieert in je web analytics, de behoeften van je verschillende soorten doelgroepen en je CRM? Of nog eenvoudiger: werk je echt klantgericht?



Cultural: alles is cross-channel geïntegreerd. Bestaan er zo al bedrijven? Ik ken er persoonlijk geen. Als jij denkt er één te zijn deze vraag: is je bedrijf opgedeeld in divisies in functies van een mix van klantennoden en bedrijfsdoelstellingen in plaats van een structuur op basis van klassieke product- en bedrijfsfuncties? Bestaat er iemand die waakt over een consistente klantenervaring terwijl je informatie en communicatie klantgestuurd en cross-channel is? Heb je echt alles uit de kast gehaald om interacties via verschillende kanalen consistent te maken en elkaar te laten versterken?



Hoe ver je wilt en kunt gaan hangt van veel factoren af maar er is in de praktijk nog veel werk aan de winkel. Cross-channel, mensgerichte processen en strategieën met een stevige laag customer experience management, ECHTE samenwerking en het streven naar een single view met door mensen bepaalde interactieprocessen, ongeacht het kanaal, leiden tot een verbetering van je business op alle vlakken.


Om het te bereiken heb je verandering en stevig advies nodig maar vooral een stevig management nodig dat durft de status quo te doorbreken en weet iedereen te overtuigen waarom dat moet. Dat laatste is vaak een heikel punt.


Bron: J-P de Clerck, Conversionation


]]>
https://www.brand-management.nl/2013/03/het-customer-experience-maturity-model/feed/ 0
Model: vier strategieperspectieven https://www.brand-management.nl/2013/03/strategie/ https://www.brand-management.nl/2013/03/strategie/#comments Tue, 05 Mar 2013 07:54:08 +0000 Brand Management https://www.brand-management.nl/?p=5916

Whittington (1996) onderscheidt verschillende archetypes van strategieontwikkeling de klassieke -, de evolutionaire -, de proces- en de systeemtheoretische benadering. Hieronder wordt dit nog eens helder en eenduidig in een compact model weergegeven.

 

De klassieke benadering

Deze gaat uit van een rationele, afstandelijke en sequentiële aanpak van strategiebepaling als universele norm.Het is de wijze van strategie maken waarvan Ansoff de grondleggerwas. Een strategie kan in deze benadering het beste ontwikkeld worden via een rationele analyse op een plek waar het rumoer van de dagelijkse praktijk niet doordringt. Er bestaat hier een duidelijke scheiding tussen strategiebepaling en strategie-uitvoering. De bepaling is uitsluitend de taak van het topmanagement en de uitvoering hiervan wordt naar de lagere niveaus gedelegeerd.Winstgevendheid is het uiteindelijke doel van bedrijven en rationele planning is dé manier om dit te bereiken.  

De evolutionaire benadering

In tegenstelling tot de klassieke benadering die stelt dat managers zorgen voor winstmaximalisatie, beweert de evolutionaire school dat markten zorg dragen voor winstmaximalisatie. Er wordt uitgegaan van efficiënte markten die bepalen welke strategieën succesvol zijn in een bepaalde omgeving. Vanwege de harde concurrentie zal elke succesvolle strategie onmiddellijk gekopieerd worden door concurrenten, dien gevolge is de enige strategie die langetermijnperspectieven biedt, die van kostleiderschap bij constante hoge kwaliteit.

Daarnaast is het bij deze benadering belangrijk om continu nieuwe innovaties te lanceren, waarna de markt wel beoordeelt of ze een succes of een flop worden. Dit kan ook worden aangeduid met de’run’ benadering, steeds voor de markt uit de nieuwe zakeninbrengen die mogelijk een hit worden.

 De procesbenadering

De aanhangers van de procestheorie verwerpen zowel de homo economicus van de klassieke school, als de perfecte markt van de evolutietheoretici. Zij stellen dat zowel markten als organisaties starre en logge instituten zijn die zich niet snel genoeg aan de veranderende omgeving kunnen aanpassen. Hun basis ideeën zijnde beperkte rationaliteit van de mens en de betekenis van politieke processen. Deze factoren vergroten de kans op behoudende strategieën, omdat niet iedereen de behoefte aan verandering zal onderkennen.Strategievorming is hierdoor een continu proces van aanpassingen, waarbij formulering en implementatie onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Een maximaal resultaat is niet haalbaar. Een optimaal resultaatkan wel behaald worden als er voldoende aandacht voor implementatie is, er ingespeeld wordt op marktimperfecties en de organisatievoldoende flexibel is. 

De systeemtheoretische benadering

Deze school stelt dat economisch gedrag is ingebed in een netwerk van sociale relaties in diverse sectoren. Er bestaan hierdoor verschillen in markten, politieke verhoudingen en culturele systemen. Een concernstrategie wordt bepaald door het karakter van deze factoren. Zo’n strategie ziet er daarom in Japan anders uit dan in de US of in ons land.

Op de as monistisch /pluralistisch wordt aangegeven of er sprake is van het perspectief vanuit een actor (de aandeelhouder) of vanuit vele betrokken actoren. Op de as bewust/spontaan is er sprake van geplande strategievorming of komt deze ‘gewoon tot stand’ vanuit intuïtie (emerging) .

Bron: Whittington (1996)


 ]]>
https://www.brand-management.nl/2013/03/strategie/feed/ 0