Daar kleurde de groene opblaaskrokodil op het laatste moment paars, om nog meer de belachelijkheid van de situatie te benadrukken. Groene krokodillen kom je vaker tegen, paarse niet. Bovendien maakt het verantwoordelijke reclamebureau Etcetera (Bart Oostindie en Antoine Houtsma) in de commercial met een knipoog nog reclame voor zichzelf. “Etcetera, etcetera…” horen we de ambtenaar achter de infobalie zeggen. Overigens zei de moeder in de Ohra-commercial niet “Daar staat ‘ie!”, ze zei: “Maar hij staat dáár”. Waarop die bureaucraat van de infobalie terugkwam met: “Jaaa, hij staat daar!”. Een blijvertje.

- Het populaire RTL 4-programma Barend & Van Dorp voert een tijdlang spontaan de rubriek “De Paarse Krokodil”. Kijkers spugen hierin hun gal over de bureaucratie in Ons Nederland. - Staatssecretaris Joop Wijn van Economische Zaken dient in 2006 zelfs het wetsvoorstel “De Paarse Krokodil”in, bedoeld om de administratieve rompslomp en de bijbehorende irritatie voor werkgevers en werknemers te verminderen. Politici omarmen de Paarse Krokodil letterlijk met een lach. Het voorstel wordt in datzelfde jaar door de Tweede Kamer aangenomen. Misschien wel de mooiste bekroning die je als merk kan krijgen! - Er verschijnt een managementboek met de titel “De Paarse Krokodil”. - Het merk Summertime komt nog met een paarse opblaaskrokodil op de markt, o.a. bij Blokker en supermarkt Deen. Voor 4,99 euro, met op de doos de aanbeveling “Daar staat ‘ie!”. - De Paarse Krokodil was in zijn hoogtijdagen, in 2006, zo populair dat zelfs de krokodilletjes op Lacoste-shirts paars uitsloegen. De verkoper op de Beverwijkse Bazaar kon niet zeggen of ze echt waren of niet (overigens zijn nu zelfs de goedkope nep Lacoste-shirts uit de gratie na Breivik, de Lacoste-terrorist…)

Maar hij werd ingehaald door de tijd – niemand faxte meer – dus moest hij iets anders gaan doen. Hij had geld nodig voor zijn idee: een boekingssite voor campings. De vrienden “uit de kroeg” vonden het niets en iemand uit de groep riep: “Je moet een hotelboekingssite bouwen, daar zit veel meer geld in” Dat deed hij en de vriendenploeg van achtien aandeelhouders legden totaal veertigduizend gulden in. Voor dat geld sloot Bruinsma zichzelf een jaar op om de site te bouwen. Een jaar later, op 8 februari 1987, komt de eerste reservering binnen op zijn site. De eerste incarnatie van Booking.com is een feit. Bruinsma heeft tien hotels verzameld en draait het bedrijf anderhalf jaar lang zijn eentje. Hij kan dan nog niet bevroeden dat het anno 2012 ruim acht miljard dollar waard zal zijn. Maar al snel blijkt dat het bedrijf, dat oorspronkelijk door de groep Twentse studenten is bedacht als een computer die geheel geautomatiseerd zijn werk doet, een groot succes wordt.

Boska De hoefsmid Willem Bos (I) smeedde in 1896 zijn eerste kaasboor. Zijn zoon (II) bedacht in de jaren tachtig een machine met draad om grote ronde kazen mee te snijden, vrijwel elke kaaswinkel heeft zo’n machine in huis. Tegenwoordig zijn alle stukjes brie in de Albert Heijn met een machine van Boska gesneden. Zijn zoon (III) - Martijn Bos – nam in 2002 het bedrijf Boska over en wil van het bedrijf een echt consumentenmerk maken. “We moeten uit de keukenla en meer zichtbaar op tafel”. We willen meer dan alleen kaasschaven en en -raspen verkopen. In totaal heeft Boska 1200 producten voor de zakelijke markt, waar het bedrijf monopolist is. Boska verkoopt al 35 jaar (2011) kaasschaven in 83 landen in de wereld, waarvan Nederland, de VS (jaarlijks 100.000 kaasschaven), Frankrijk en Duitslandde belangrijkste zijn. Boska-producten liggen o.a. in de Bijenkorf, maar ook in de grote Whole Foodsupermarkt op Columbus Circle in New York. Boursin Het lekkerste roomkaasje uit Frankrijk dankt haar naam aan Francois Boursin. Hij raakte geïnspireerd door de in Frankrijk populaire fromage frais. Bij deze verse roomkaas werden altijd verse kruiden gelegd, zodat iedereen zijn eigen kruidenkaas kon maken. Francois Boursin verfijnde en perfectioneerde het recept. Tot hij in 1957 zijn eigen variant, Ail Fine Herbes, op de markt kon brengen. Een authentiek Frans kaasje was geboren! Boursin was het eerste kaasje in Frankrijk met een eigen TV-commercial. De slagzin “du pain, du vin, du Boursin” maakte het merk Boursin in Frankrijk al snel populair en werd zelfs een onderdeel van de Franse cultuur. Inmiddels wordt Boursin in 35 landen gebruikt.  In 2007 is Boursin door Unilever verkocht aan Le Groupe Bel. Waar ook onder vallen Cheez, La vache qui rit, Leerdammer, Port Salut en Bel.

In datzelfde jaar komt in elke gemeente een gelegenheid tot het verzenden en ontvangen van brieven. Daarna volgt als snel uitbreiding van de dienstverlening zoals de briefkaart en de pakketpost. De jaren ’60 staan in het teken van schaalvergroting. In 1977 introduceert de PTT de postcode: waardoor zowel op plaatsnaam als op wijk automatisch gesorteerd kan worden. De jaren tachtig staan in het teken van snelle ontwikkeling van telecom, zoals telex, fax en e-mail. In 1989 is het Post/Telecombedrijf omgevormd tot een private onderneming: PTT Nederland NV. In 1992 werden de eerste delen van TNT-diensten en PTT samengevoegd, zo groeit een nauwe commerciële band tussen PTT Post en TNT. In 1994 gaat PTT verder onder de naam Koninklijke PTT Nederland (KPN) en gaat het post/telecombedrijf naar de beurs. In december 1996 is de vriendschappelijke overname een feit: TNT en PTT Post staan aan het begin van een nieuw tijdperk. In 1998 volgt een splitsing van TNT Post Group (TPG) van het telecombedrijf KPN. In mei krijgt men de naam Koninklijke PTT Post, terwijl de naam TNT blijft bestaan voor de expres en logistieke activiteiten. Beide onder TPG. Medio 2005 volgt de naamsverandering van TPG naar TNT. In 2006 heet Koninklijke TPG Post officieel Koninklijke TNT Post, één sterk (oranje) merk TNT wereldwijd. In 2011, na de splitsing met TNT pakketdienst, moet TNT Post op zoek naar – weer – een nieuwe naam….

Een merk dat 12 jaar geleden werd geschrapt is vandaag de dag nog steeds top-of-mind bij 78% van de Nederlanders. Dus grote kans dat je “Ik heb nog zo gezegd.. geen bommetje” kent en deze zin kunt aanvullen “Al het goede komt van… koeien”. Inderdaad Melkunie is terug!

In 1989 fuseerde de coöperatie Melkunie Holland met DMV Campina. In 2001 werd de naam Melkunie geschrapt en vervangen door Campina. Aria Foods kreeg in 2009 met een overname het merk weer in handen en heeft besloten Melkunie weer in het supermarktschap terug te brengen. Een merk waar veel mensen tot voorkort zelfs van dachten het recent nog te hebben gezien in de winkel of zelfs te hebben gekocht en dat kan rekenen op een top of mind positie bij 78% van de Nederlanders.

Private label domineren de zuivelschap en die situatie wil Arla Foods doorbreken, aldus verkoopdireceur Mark Schreuders van Arla Foods tegenover Distrifood:

“De heersende opvatting lijkt: melk is toch maar melk. Daardoor is er geen of nauwelijks nog ruimte voor merken. Wij zijn er echter van overtuigd dat er in het schap voor basiszuivel wel degelijk behoefte is aan relevante merken.” 

Deze knappe prestatie is ongetwijfeld te danken aan de commercials van Melkunie waarin Peer Mascini een centrale rol speelde. Zoals deze commercial die in 1987 een Gouden Loekie won. Ook in de nieuwe commercial speelt Peer weer zijn bekende rol. Maar het merk  is aldus Peer “volledig Next Level” en is inmiddels ook opFacebook en YouTube aanwezig. Benieuwd of het succes in het verleden een redelijke garantie is om deze oude koe succesvol uit de sloot te halen.

Bron: Erik van Roekel, ING

In 1893 wordt door Edward Murphy in het Amerikaanse Michagan onder de naam Pontiac Buggy Company een fabriek voor het bouwen van koetsen opgericht. Een aantal jaren later werd duidelijk dat de toekomst niet in koetsen lag, maar in auto’s. Hierop richtte Edward Murphy in 1907 de Oakland Motor Company op om zich ook in de fabricage van automobielen te mengen. Het was een tijd van pionieren en samenvoegingen. In 1908 introduceerde Ford zijn T Ford, een mijlpaal in de autogeschiedenis. De grote tegenhanger van Ford, General Motors (GM) was voortdurend op zoek naar talent om een gepast antwoord op het succes van Ford te vinden. Een vriend van Edward Murphy, William Durant de oprichter van GM, was onder de indruk van Edward Murphy en kocht daarom de helft van de aandelen van de Oakland Motor Company. Dit gebeurde in januari 1909. Murphy stierf echter onverwacht in de zomer van 1909 waarop GM besloot ook de rest van het bedrijf over te nemen.

Het merk Oakland, nu genoemd Oakland Motors Division, groeide en was behoorlijk succesvol. Binnen het GM concern had Oakland een plek gekregen net boven Chevrolet en net onder de premiummerken Oldsmobile en Buick.

Het GM concern had in het begin van de jaren twintig te kampen met productie en- kwaliteitsproblemen. Om deze problemen te lijf te gaan werd een concernbreed programma opgezet dat de problemen wist op te lossen. Het volgende probleem dat binnen het concern na voren kwam was dat de programma’s van Chevrolet, Oakland, Oldsmobile, Buick en Cadillac prijstechnisch niet goed op elkaar aansloten. Om dit probleem op te lossen kreeg Cadillac de opdracht om het merk LaSalle, Buick het merk Marquette en Oldsmobile het merk Viking op te richten. Op deze wijze moesten de gaten tussen de verschillende merken worden gedicht. Om het gat tussen Chevrolet en Oakland te dichten kreeg Oakland de opdracht om het merk Pontiac op te richten. En om dat merk draait het in dit artikel.

In 1926 is het dan zover. Vanuit de Oakland-divisie introduceert GM het nieuwe merk Pontiac. Het publiek kan voor het eerst kennismaken met het nieuwe merk op de New York Autosalon in 1926. De eerste Pontiac die wordt voorgesteld is de zescilinder Pontiac Chief (Pontiac Series 6-27), een zescilinder voor de prijs van een viercilinder die meteen aansloeg. In het eerste productiejaar werden al 76.742 Pontiac’s gemaakt, in het volgende jaar zijn dat er al 127.883 en bezet Pontiac de zesde plek in de lijst met meest verkochte merken in de VS. Eind 1927 komt Pontiac met een nieuwe serie voor het modeljaar 1928, de Pontiac Series 6-28. Op dit model verschijnt voor het eerst het logo met het silhouet van een indianenhoofd. Dit logo zou tot 1956 blijven bestaan.

Ondertussen beginnen de verkopen goed op stoom te komen en is uitbreiding van de productiecapaciteit noodzakelijk. In de staat Michagan wordt in de plaats Pontiac een nieuwe fabriek gebouwd. De Series 6-28 slaat goed aan en de verkopen lopen nog verder op. Voor 1929 introduceert Pontiac de 6-29 Big Six. Dit was feitelijk geen nieuw model maar een Vauxhall. Niet lang daarvoor had GM het Engelse Vauxhall overgenomen. De 6-29 Big Six was de eerste Pontiac die ook als cabriolet werd geleverd. In 1929 verlaat de 500.000ste Pontiac de fabriek. De toekomst van Pontiac ziet er rooskleurig uit.

Maar dan gaat het mis. In oktober 1929 stort de financiële markt in. Wall Street staat in brand. In de Verenigde Staten breekt een moeilijke tijd aan. De vraag naar auto’s, die tot de beurs crash nog elk jaar was toegenomen, stort in. Ook Pontiac ontkomt hier niet aan. Ondanks een prijsverlaging van 15% worden er van de Pontiac 6-30B slechts 62.888 exemplaren gemaakt.

In 1931 veert Pontiac weer een beetje op als de nieuwe Series 401 het goed blijkt te doen. Maar op de in 1932 verkocht Pontiac’s, 47.926 stuks, wordt een verlies geleden van $125,35 per stuk. Het gerucht gaat dat Pontiac, samen met Buick en Cadillac, zou worden stopgezet. Zover laat GM het echter niet komen. Wel betekent de recessie het einde van het merk Oakland. Het merk speelt sinds de start van het merk Pontiac een steeds minder belangrijke rol. De verkoopaantallen van Pontiac overschaduwen de aantallen bij Oakland met grote getallen. In 1931 besluit GM dan ook om met het merk Oakland te stoppen.

Vanaf 1933 is Pontiac voor het ontwerp van zijn modellen niet langer afhankelijk van de centrale GM Art & Colour ontwerpafdeling, maar krijgt Pontiac een eigen ontwerpstudio. De nieuwe hoofdontwerper Frank Hershey is ontevreden over de lopende modellen en laat alles in twee weken tijd opnieuw ontwerpen. Het resultaat van deze actie was een goedkope 8-cilinder, die echter de uitstraling had van de veel duurdere modellen op de markt. Om de prijs van de Pontiac’s laag te houden worden veel onderdelen geleend van Chevrolet, waaronder de carrosserie. Met de nieuwe 8-cilinder krijgt het imago van Pontiac een flinke duw voorwaarts en de verkoopcijfers laten bijna dubbele cijfers zien ten opzichte van 1932, 85.348 tegenover 47.926 stuks. Met de wind opnieuw in de rug is het Pontiac dat in 1934 als eerste divisie van GM een auto met onafhankelijke voorwielophanging in productie kan nemen. De verkoopcijfers blijven stijgen en in 1935 stijgt de verkoop naar 140.000 stuks. De stijging zet in 1936 door tot 172.000 Pontiac’s en in 1940 worden zelfs 217.000 auto’s gebouwd. In dat jaar verlaat ook de miljoenste Pontiac de fabriek. In 1941 biedt Pontiac als eerste kopers de keuze tussen verschillende motoren. De productie steeg dat jaar tot 330.061 exemplaren.

Ondertussen stond de Tweede Wereldoorlog op het punt mondiale vormen aan te nemen. Op 1 maart 1941 begint Pontiac dan ook Oerlikon 20 mm luchtafweer kanonnen te produceren voor de Amerikaanse zeemacht. Vanaf 1942 werden Amerikaanse autobouwers verplicht om bijna geen chroom meer te gebruiken. Alle Pontiac-onderdelen, uitgezonderd de bumpers, die normaal van chroom waren gemaakt waren nu van geschilderd staal. Deze modellen, die veel minder mooi waren, staan bekend als blackout modellen. Daarnaast begon het merk ook automatische machinegeweren, assen voor tanks, onderdelen voor dieselmotoren en vliegtuigtorpedo’s te fabriceren. Na de aanval op Pearl Harbor op 7 december 1941 raken ook de Verenigde Staten rechtstreeks betrokken bij de Tweede Wereldoorlog. Op 10 februari 1942 wordt de laatste vooroorlogse Pontiac gemaakt en schakelt de fabriek in zijn geheel over naar oorlogsproductie.

Tegen het einde van de oorlog werd het tijd om weer aan de gewone productie te beginnen. Nieuwe machines, die de productie tot 500.000 moesten verdubbelen, worden in de fabriek geplaatst. In december 1945 begint de UAW, de vakbond van de auto-industrie in de VS, echter een staking voor meer loon. Pas op 3 maart 1946 wordt de staking beëindigd met een loonsverhoging. Ook Pontiac wordt door de staking getroffen. De eerste naoorlogse modellen zijn licht aangepaste modellen uit 1942, maar de vraag naar auto’s is direct na de oorlog zo groot dat de verkoop toch steeg van 113.109 in 1946 tot 206.411 in 1947.

Voor nieuwe Pontiac-modellen moet het publiek nog tot 1949 wachten. Wel komt Pontiac in 1948 met de HydraMatic automatische versnellingsbak die als optie leverbaar wordt. Net voordat de nieuwe naoorlogse modellen van Pontiac in productie gaan bleek uit spionagefoto’s dat Ford met een bijna identieke radiatorgrille zou komen. Omdat de Ford-modellen eerder op de markt zouden komen besloot Pontiac om snel te zorgen voor een nieuw ontworpen radiatorgrille.

In 1950 lanceerde Pontiac de Catalina. De Super De Luxe versie van de Catalina was het meest luxueuze model uit die periode. Op hetzelfde moment had het merk ook de goedkoopste 8-in-lijn van het land. Er werd een productie van 446.429 stuks gehaald in dat jaar. De jaren ’50 betekenden de opkomst van de automatische transmissies en V8 motoren en ook Pontiac concentreerde zich op de ontwikkeling van een V8 motor gekoppeld aan een automatische versnellingsbak. In 1951 wordt de productie beperkt door de Koreaanse Oorlog en in 1952 wordt het gebruik van chroom wederom ingeperkt. De verkoop lag destijds respectievelijk op 337.821 en 266.351 stuks. In 1953 werd een nieuw type, de Pontiac Star Chief, gelanceerd, met optionele elektrische ruiten, airconditioning en stuurbekrachtiging. In 1953 werden 385.692 auto’s verkocht. Tot 1955 blijft Pontiac een sterk merk.

In 1956 debuteert Pontiac in de autosport. De 73-jarige Ab Jenkins reed met een aangepaste Pontiac een nieuw snelheidsrecord voor de 24 uur. Hij reed gemiddeld 190 km/u over een afstand van 4572 km. Het initiatief voor Pontiac’s deelname wordt toegeschreven aan Semon Knudsen, de nieuwe manager van het merk. Knudsen moest het merk, dat gekend was voor duurzame en betrouwbare maar niet voor opvallende auto’s, opwaarderen. Dat was nodig omdat de verkopen in 1956 begonnen terug te lopen. Daarvoor nam Knudson nog meer stappen. Kort voor de productie van de 1957 modellen liet Knudson het tot dan kenmerkende radiatorrooster schrappen. Ook verving hij het embleem met het indianenhoofd dat sinds 1928 op alle Pontiac auto’s had gestaan. In februari werd de Pontiac Bonneville gelanceerd als een topmodel. Er stonden slechts 630 exemplaren gepland, allemaal cabriolets. De V8 leverde meer dan 300 pk en gaf de auto een topsnelheid van 209 km/u.

Volgende week meer over hoe het merk Pontiac geschiedenis schreef voordat het merk tot de autogeschiedenis moest worden bijgeschreven.

De term Google weerspiegelt de bedrijfsmissie om alle informatie van de wereld toegankelijk en nuttig te maken. In 1999 volgde het kenmerkende, kleurige logo van Google. Na oprichting werd Eric Schmidt aangesteld als CEO, hij moest de jeugd Page en Brin in toom houden. De 55-jarige Schmidt is in 2010 excecutive chairman en leidt samen met Page en Brin – als trio – het bedrijf. In 2004 gaat Google Inc. naar de beurs (waarde 27 miljard euro). Vandaag de dag is Google 200 miljard dollar waard (2010) en een topspeler op internet in alle belangrijke wereldmarkten. Het hoofdkantoor van Google bevindt zich in Silicon Valley in de VS. Onder het concern Google vallen Google en YouTube.

Greenpoint Toen KPN (destijds PTT Telecom) nog niet aan het GSM-netwerk wilde, hielden ze met GreenPoint (draadloos mobiel bellen) een eigen mobiel netwerk in de lucht. Het net , dat in 1992 van start ging, had ongeveer 5.000 basisstations bij benzinestations, parkeerplaatsen, restaurants en treinstations waarbij je binnen een afstand van 150 meter met een Greenhopper (bijnaam Kermit) kon bellen. Het ontvangen van gesprekken was helaas niet mogelijk, dat kon je alleen doen in combinatie met het basisstation dat op de vaste lijn zat. In de gloriedagen van het systeem waren er 60.000 klanten, maar dat nam door de populariteit van GSM, dat in tegenstelling tot GreenPoint wel afluisterbaar was, snel af. In 1999 trok KPN de stekker uit het netwerk. - 1 juli 1991: het 1e mobiele telefoongesprek ter wereld wordt gevoerd. - Zie Kermit

Grolsch – “Op een dag drink je geen bier meer, maar drink je Grolsch” De Grolsch-campagne “Vakmanschap is Meesterschap” is het schoolvoorbeeld van consistent merkdenken. De campagne heeft – we schrijven 1986 – twintig jaar gelopen, maar het effect ervan neemt af. Grolsch vergrijst en spreekt de jonge bierdrinker – met name in het Westen – niet meer aan. Het buro PPGH/Moussault bijt zich in deze briefing vast. Tijdens de pitchpresentatie passeren acht creatieve ingangen de revue. In het laatste creatieve voorstel kijkt Julian Lennon achter een piano indringend in de camera: “Op een dag drink je geen bier meer, maar drink je Grolsch”, staat erboven. Kerngedachte: de kwaliteit van Grolsch-bier wordt ingevuld vanuit de kwaliteit van de Grolsch-drinker. Een nadrukkelijke bevestiging van de huidige drinker én een emotionele uitdaging voor de jongere bierdrinker. “Vakmanschap is Meesterschap” valt dan logisch op zijn plaats als pay-off. Het onderstrepende en verbindende “wijzende vingertje” was er toen nog niet, dat ontstond in de uitwerking.

André voegde de ë toe aan zijn achternaam om het uitspreekbaar te maken voor zijn landgenoten in Frankrijk. Bij het bedenken van een logo voor zijn in 1919 opgerichte autofabriek liet hij zich volgens de overlevering inspireren door de “kepervertandingen van de tandwielen” waarvoor hij in 1900 octrooi aanvroeg. De “double chevrons” vormen een van de mooiste logo’s ooit.

Coca-Cola Een klassieker en een “must have” voor de rubriek Merkweetjes. Het verhaal van Coca-Cola begint op 8 mei 1886 in Atlanta (USA). Apotheker dr. John Pemberton creëerde in zijn werkplaats de hoestdrank – de eerste partij van wat later de meest verfrissende drank ter wereld zou worden -. Pemberton ging met een vaatje Coca-Cola-siroop naar Jacob’s apotheek in Atlanta. Daar werd het vermengd met koolzuurhoudend spuitwater en voor vijf cent per glas verkocht. het geheim van de formule wordt tot op de dag van vandaag bewaard in een bankkluis in Atlanta. - Onder het merk Coca-Cola vallen de drinks Coca-Cola, Coca-Cola Zero, Fanta, Aquarius, Chaudfontaine, Sprite, Minute Maid, Monster, Burn, x% in Innocent Drinks - Ik zelf heb jarenlang mijn spreekbeurten op de MEAO en HEAO over Coca-Cola gehouden, zelfs in het engels en in het duits, altijd een succes en mooi verhaal. - Ook het boek “de Cola-oorlog”, met de strijd tussen Coca-Cola en Pepsi-Cola is zeer aan te bevelen. Ik heb het in 1 zomervakantie (Les Gets, Frankrijk) uitgelezen. - Coca-Cola (mét liggend streepje ertussen…) is natuurlijk over de hele wereld bekend van de opvallende kleur rood en de sierlijke letters; heel herkenbaar. En niet te vergeten “Santa Claus” met Kerstmis, de uitvinding van Coca-Cola, tegenwoordig ook met rode Coca-Cola truck met lichtjes, als sfeerbeeld met X-mas!

Hij ging in die tijd ook met de boot naar Amerika om te kijken wat de mensen daar op straat droegen. Hij was vooruitstrevend, maar ook eigenzinnig. Miel stuurde zijn 3 oudste zoons naar het New York Fashion Institute of Technology, waarna zij hun vaders bedrijf internationaal maakten. Alwin leidde het bedrijf in Marokko, Jacques had Malta onder zich, Ben zat in Griekenland en Mexico. In 1978 zetten Alwin, Jacques en Ben samen het label op dat de familienaam Van Gils droeg. In hun 1e reclames poseerde Monique Klemann van Loïs Lane, destijds een internationaal model, met enkel een Van Gils-herenjasje om het blote lijf. Ze zetten zich op de kaart als een sexy-chic lifestylemerk, in de bloeitijd vlogen er vierduizend pakken per dag over de toonbank. In 1992 kwam het dieptepunt voor de familie, het bedrijf ging failliet. Maar de Van Gils-broeders lieten zich niet kisten. Ze begonnen “The Makers”; geen merk voor de consument, maar een productiebedrijf dat kostuums levert in opdracht van gerenommeerde modehuizen.

De gebroeders Van Gils werken al veertig jaar samen, Jacques is de creatief, Ben gaat over de financiën en Alwin doet de acquisitie. Sinds 4 jaar geleden (2006) doen de oudste kinderen van de drie broers hetzelfde. Angelique (financiën), Saskia (acquisitie) en Bruno (design en concept) zetten samen Café Costume op in Belië. Voorheen had Angelique een internetbedrijf voor herensokken. Nicht Saskia werkte voor Replay. Neef Bruno (de creatief) deed de Antwerpse Modeacademie. Ze zaten dus alle drie in de mode.

In 115 jaar (2011 nu) heeft de familie Blokker het concern uitgebouwd. Het fundament is gelegd door met name de vier zoons van oprichter Jacob Blokker en zijn vrouw Saapke. En het zijn ook de ouders van Jaap Blokker (Albert Blokker en Annie Blokker-Wiessel) aan wie de onderneming veel te danken heeft. Jaap en zijn broer Albert hebben, met hun voorbeeld voor ogen, het door hen op gang gebrachte vliegwiel nog meer vaart mogen geven. Blokker Holding is nu een van de grootste retailketens van Europa, met een jaaromzet van 2,8 miljard (2010) en omvat de ketens Bart Smit, Interoys, Maxi Toys, Casa, E-Plaza, Xenos, Leen Bakker, Tuincentrum Overvecht, Big Bazar, Cook & Co, Marskramer en Blokker.

• Neef Roland Palmer (zoon van Ans Palmer-Blokker, de zus van Jaap en Albert), met ervaring bij Unilever, Coca-Cola en Blokker.
• Thomas Smit (zoon van de oprichter van speelgoedketen Bart Smit, onderdeel van Blokker Holding), met ervaring bij Bart Smit en Blokker.

Het reclameduo dat aan de slag ging met de nieuwe reclamecampagne wilde niet weer de zoveelste brave mededeling van weer een verzekeringsmaatschappij. Het idee was om Apeldoorn, de residentie van Centraal Beheer, een rol te geven als centraal gelegen stad. Ze maakten testfilmpjes met Sjef van Oekel: “waar komen de Zeeuwse mosselen vandaan?” “De Arnhemse meisjes?” “En de beste verzekeringen?” Uit Apeldoorn natuurlijk! Van Oekel bleek niet exclusief genoeg voor het doel en het concept was alleen geschikt voor de introductie van Centraal Beheer. Tijdens een werksessie mijmerde Fons Bruijs: “Als je auto in Milaan wordt leeggeroord, rinkelt in Apeldoorn de telefoon! Dus het is een kwestie van even Apeldoorn bellen!”

Dat was ‘m! Christiaan kortte hem wat in: “EVEN APELDOORN BELLEN!” Het reclameduo struinden archieven af voor foto’s van idiote calamiteiten met een goede afloop. De combinatie, Even Apeldoorn bellen met de komische beelden, werkte goed. Voor de TV-spotjes kozen ze voor eenvoudig verfilmde cartoons. Later, toen Centraal Beheer Go/Needham verliet, werden de budgetten groter en de invulling geraffineerder. Gevolg: grote bekendheid. De TV campagne heeft tevens de verzekeringswereld geïnspireerd, die later met dit klassieke thema zijn gaan werken, bijvoorbeeld “Foutje, bedankt” van Reaal (SNS).