Brand Management » Joris van Zoelen https://www.brand-management.nl Brand-Management.nl is een weblog over actuele, nuttige, leerzame en leuke wetenswaardigheden over merken- en marketingzaken. Tue, 21 May 2013 19:42:43 +0000 nl-NL hourly 1 http://wordpress.org/?v=3.5.1 Laat marketeers geen merk bouwen! https://www.brand-management.nl/2013/05/peer-swinkels-bavaria-de-grootste-fout-is-als-de-marketeer-aan-het-merk-gaat-bouwen/ https://www.brand-management.nl/2013/05/peer-swinkels-bavaria-de-grootste-fout-is-als-de-marketeer-aan-het-merk-gaat-bouwen/#comments Wed, 01 May 2013 06:03:53 +0000 Joris van Zoelen https://www.brand-management.nl/?p=6999 Hij kreeg de opdracht vanuit de Raad van Bestuur om weer een consumentgeoriënteerd bedrijf en merk te worden. Dat was een grote stap voor de organisatie. Het was vooral een ‘reclamemerk’, maar in de visie van Peer Swinkels is een merk veel meer dan alleen de communicatie.


Zijn aandacht gaat nu uit naar alle facetten van het merk. Zijn eerste focus was op de mensen. “De grootste fout is als de marketeer aan het merk gaat bouwen. Iedereen in de organisatie bouwt het merk”



Door alle mensen de straat mee op te nemen, heeft Bavaria haar mensen laten ervaren dat het merk vooral de betekenis is voor de klant.


De strategie van Bavaria kenmerkt zich door diversificatie met veel lokale merken in de portfolio. Een deel van deze merken wordt ontwikkeld in samenwerking met lokale partners. Zo bouwt Bavaria aan een nieuwe brouwerij, een nieuw bier en ook een nieuw merk in Ethiopië. De nadruk zal de komende jaren meer op het internationaal uitbreiden van de portfolio liggen.


Peer Swinkels is eindverantwoordelijk voor de merkenportfolio wereldwijd en directeur van Bavaria Nederland.


]]>
https://www.brand-management.nl/2013/05/peer-swinkels-bavaria-de-grootste-fout-is-als-de-marketeer-aan-het-merk-gaat-bouwen/feed/ 0
De merklessen van de Efteling https://www.brand-management.nl/2013/03/de-merklessen-van-de-efteling/ https://www.brand-management.nl/2013/03/de-merklessen-van-de-efteling/#comments Mon, 11 Mar 2013 07:57:04 +0000 Joris van Zoelen https://www.brand-management.nl/?p=6325 Wat in 1952 begon als Sprookjesbos is in 2012 meer dan vrolijke business. Wat kunnen anderen leren van de merkmagie van De Efteling? Dat De Efteling vrijwel elk jaar wordt uitgeroepen tot beste attractiepark van Europa verbaast vrijwel niemand. Ondertussen scoort het park ook als merk heel goed, het is misschien wel het meest inspirerende merk van Nederland.


Het resultaat? 4,1 miljoen jaarlijkse bezoekers, een omzet van 144 miljoen euro en een winst van ruim 9 miljoen euro. Wat in 1952 begon als Sprookjesbos is in 2012 een meer dan vrolijke business. Wat is de kracht van De Efteling en hoe kunnen andere organisaties die kracht zelf inzetten?



Er was eens…


De officiële opening van de Efteling was op 31 mei 1952, maar de basis voor het park werd al in 1933 gelegd door een pastoor en een kapelaan die plannen hadden voor een sportpark met speeltuin en theehuis. Met de opening van het Sprookjesbos (1952) begint een verhaal dat precies 60 jaar later nog lang niet is verteld.



Nieuwe vormen van vermaak


Dat besefte men in die tijd zeker nog niet. Het was de tijd waarin veel attractieparken juist op hun retour waren. Zowel in Amerika als in Europa nam de populariteit snel af en moesten veel van de attractieparken de poorten sluiten. Mensen waren uitgekeken op de parken en zochten nieuwe vormen van vermaak. Tegelijkertijd was juist dit het moment waarop ook Disney z’n eerste park – Disneyland – introduceerde (1955). Dat park is inmiddels het meest bekende en meest bezochte attractiepark ter wereld.



Blijven investeren


Vanaf de opening van het Sprookjesbos bleef de Stichting Natuurpark de Efteling investeren in het park. Vrijwel ieder jaar werd een nieuwe attractie aan het park toegevoegd. Bekende voorbeelden zijn de Stoomcarrousel (1956), de Indische Waterlelies (1967), het Spookslot (1978) en De Python (1981). En nog steeds blijft de Efteling nieuwe attracties ontwikkelen, met als laatste toevoeging Aquanura. Van een attractiepark veranderde het in De Wereld van de Efteling. Inmiddels maken ook een theater, een hotel en een golfbaan deel uit van het park.



Lokale economie


Al bij de opening van het Sprookjesbos was de basis voor het succes van vandaag gelegd. De toenmalige burgemeester van Loon op Zand (Kaatsheuvel), de heer Van der Heijden, combineerde de gedachte om de bevolking een goede recreatieplek te bieden met het inzicht dat de lokale economie teveel afhankelijk was van één industrie (schoenen en leer) en dat toerisme daar een oplossing voor kon zijn.



Langnek zag het al


Voor alléén een lokaal recreatiepark had hij in de gemeente lang niet zoveel steun gehad en waren Peter Reijnders en Anton Pieck, de vaders van Het Sprookjesbos, waarschijnlijk ook niet te strikken geweest. Van der Heijden beperkte zich niet tot de kleine gemeente, maar keek tot ver over de gemeentegrenzen, waardoor het park beter en groter werd.



5 zintuigen en 4 andere principes


Wat is het dat de Efteling zo succesvol maakt, waar anderen soms moeten vechten voor hun bestaan? De verschillende onderzoeken en rankings geven samen een goed beeld van de kracht van de Efteling:


Het principe van de Sprookjestuin


Het begon met de Sprookjestuin. En eigenlijk is dat nog steeds het begin van alles. De Efteling koestert het prachtige werk van Reijnders en Pieck. Niet alleen hun creaties, maar ook de gedachte erachter. Het principe van de Sprookjestuin gaat over het koesteren van je roots als basis voor de ontwikkeling van morgen


Het principe van de Koningszonen



Wie De Efteling betreedt, loopt door het bijzondere Huis van de Vijf Zintuigen. Het bijbehorende sprookje gaat over vijf koningszonen die niet weten hoe ze hun vader op moeten volgen en besluiten dit samen te doen. Elk van hen heeft een zintuig waarmee hij uitblinkt. Ze bouwen het Huis van de Vijf Zintuigen en regeren samen op een goede manier het land. De entree is meteen de belofte en één van de belangrijkste principes: biedt een totaalbeleving en maak merkbaar waar je voor staat, in alles. Prikkel dus alle zintuigen.


Het principe van Langnek


Langnek is één van de icoonkarakters in De Efteling. Hij is oorspronkelijk één van de zes figuren uit De Zes Dienaren. Langnek kan uitzonderlijk ver en scherp zien. Mede door Langnek is de Koningszoon in staat het mooiste meisje uit de greep van de heks te bevrijden en haar te trouwen. Het principe van Langnek zegt: houd je doel voor ogen zonder de omgeving uit het zicht te verliezen. Door goed te kijken, kun je op veel uitdagingen anticiperen in plaats van reageren.


Het principe van de Kikkerkoning


Wie kent niet het sprookje van de Prinses met de Gouden Bal en de kikker die na een kus in een Prins verandert? Eerst lijkt dat helemaal niet goed te komen, want alhoewel de Prinses aan de Kikker belooft dat hij bij haar mag wonen, rent ze na teruggave van de Gouden Bal gewoon terug naar het paleis. Maar de kikker geeft niet op en de Koning steunt hem daarin. Uiteindelijk kust de Prinses de kikker en trouwt ze met de Prins. Is dit het principe als een ‘open deur’? Was het maar waar. Veel van wat organisaties beloven, maken zij niet waar. Het principe van de Kikkerkoning zegt dat beloftes waarmaken echte relaties bouwt. Voor de kikker geldt dat volhouden en bij je principes blijven uiteindelijk ook loon


Het principe van de Python


Terwijl het zwart zag van de mensen, bleef de Efteling werken aan nieuwe attracties. Vrijwel elk jaar is er iets nieuws te beleven en ééns in de zoveel jaar opent


een echt nieuwe attractie. Het zijn altijd attracties die vernieuwend zijn en toch trouw blijven aan de grondbeginselen van de Efteling. Daarmee blijft de Efteling relevant en aantrekkelijk. Het principe van de Python gaat over actief blijven ook als er geen noodzaak toe lijkt te zijn en doorgaan waar anderen stoppen. En af en toe zó iets groots doen dat het uitgroeit tot een nieuw icoon van het merk.

Elke organisatie een stukje Efteling


Naast de principes – en er zijn er zeker nog meer – leren de onderzoeken dat de Efteling er als geen ander in slaagt om van haar iconen ook sterke merken te maken, zonder dat ze het basismerk (Efteling) bedreigen. Sterker nog, ze vormen belangrijke pijlers onder het succes. Holle Bolle Gijs, Villa Volta, Droomvlucht … het zijn allemaal merken op zichzelf met een eigen belofte en beleving. En juist doordat ze onmiskenbaar zijn ontstaan uit hetzelfde DNA vormen ze samen een onverslaanbaar geheel.


En ze leven nog lang en gelukkig.


Bron: Joris van Zoelen, Synergie


]]>
https://www.brand-management.nl/2013/03/de-merklessen-van-de-efteling/feed/ 0
Gebruik identiteit als innovatiekompas https://www.brand-management.nl/2013/03/gebruik-identiteit-als-innovatiekompas/ https://www.brand-management.nl/2013/03/gebruik-identiteit-als-innovatiekompas/#comments Fri, 01 Mar 2013 07:29:00 +0000 Joris van Zoelen https://www.brand-management.nl/?p=6341 Organisaties leggen de lat voor innovatie veel te hoog. Blijf dicht bij je eigen identiteit en zie de vruchtbare grond. Innovatie wordt vaak gezien als sleutel tot groei en succes. De innovatie-agenda bij bedrijven is ambitieus, maar de praktijk blijkt weerbarstig. Dat heeft te maken met de onduidelijkheid over wat innovatie nou precies is, en met de plannen die soms té ambitieus zijn.


Bedrijven gaan op zoek naar een blue ocean en ziet daardoor de kansen die dichterbij liggen over het hoofd. De identiteit van het merk kan houvast bieden om de vernieuwing te realiseren die een logisch onderdeel is van het merk én relatief makkelijk te vermarkten is.



Onduidelijkheid over innovatie


De eerste associatie bij het woord ‘innovatie’ is vaak ‘technologie’. De tweede is vaak ‘doorbraak’. Daarmee wordt de lat hoog gelegd, terwijl er helemaal geen algemeen aanvaarde definitie is voor het begrip. Sinds begin 20e eeuw wordt de definitie steeds breder. Duidelijk is dat het om een goed herkenbare stap voorwaarts gaat. Dat mag op vrijwel elk terrein zijn: van organisatie tot marketing, van product tot proces en van techniek tot design. Een innovatie is meer dan een kleine aanpassing en minder dan een uitvinding. Het kan enorm helpen om aan de term ‘innovatie’ op de managementagenda ook een bedrijfsspecifieke definitie toe te voegen. Dat maakt het ontwikkelen ervan een stuk makkelijker.



Merendeel van de innovaties mislukt


Het algemene beeld is dat zo’n 70% tot 80% van de innovaties mislukt. Daarmee wordt gedoeld op het aantal innovaties dat naar de markt gebracht wordt. Binnen bedrijven sneuvelen nog veel meer innovaties. Vaak wordt dan Thomas Edison aangehaald: “Ik heb geen mislukking gekend, ik heb 10.000 manieren ontdekt waarop iets niet werkt”. De vraag is of organisaties in staat zijn de lessen van mislukte innovaties te leren. Regelmatig staat een volgend project al weer te dringen en dendert de trein door.



Klanten wachten niet op innovatie


Een paar uitzonderingen daargelaten slagen veel innovaties niet omdat de klant ze niet accepteert. Ze vormen bijvoorbeeld geen oplossing voor een relevant probleem of er zijn voldoende alternatieven. Belangrijk is dat klanten relevante verbeteringen willen die in het verlengde liggen van de huidige relatie met organisatie en merk. Hoe groter de stap tussen oud en nieuw, hoe sterker de weerstand. Als organisatie heb je bij grote stappen ook aanzienlijk meer uit te leggen. Dat kost tijd en geld. Tenzij de innovatie een onbeantwoorde behoefte beantwoordt. In de meeste gevallen geldt echter: klanten willen wat ze al hebben, maar dan beter.



Blijf bij het bekende


Voor veel aankopen is zekerheid een belangrijke driver. Mensen willen zeker weten dat het goed zit, dat hun behoefte wordt bevredigd en dat ze de juiste kwaliteit tegen een redelijke prijs krijgen. Daarom kiezen mensen graag voor bekende merken. Nieuwe producten en diensten die logisch samenhangen met ‘het bekende’ kunnen daardoor een grotere kans van slagen hebben.



Identiteit biedt houvast


Intern helpt het ook om dichter bij het bekende te blijven. De lat ligt niet meteen zo hoog dat innovatie haast onmogelijk wordt, ook zijn de mogelijkheden om de huidige performance te verbeteren vaak nog legio. Een helder beeld van de organisatie- en merkidentiteit biedt houvast. Weet dus goed wie je bent en wat je voor klanten wil betekenen, door uit te gaan van je missie of bestaansreden. Als je de energie daarop richt, zal de prestatie van je organisatie op een geleidelijke manier verbeteren, en zal de markt het beter begrijpen. De kans op succes groeit dan aanzienlijk.



Sterke merken geven het voorbeeld


Merken als Ikea, Hema, BMW, Amazon en Starbucks innoveren constant, meestal incrementeel. Ze maken kleine stappen die logisch samenhangen met het merk, waardoor ze meerwaarde bieden voor de klant. Deze organisaties kennen het eigen merk en laten zich inspireren door de eigen missie. Ze zijn op zoek om het elke dag beter te doen. En als zij het kunnen? Precies, dan kan jij het ook.


Bron: Joris van Zoelen, Synergy


]]>
https://www.brand-management.nl/2013/03/gebruik-identiteit-als-innovatiekompas/feed/ 0
Campagne: Oranje is ING https://www.brand-management.nl/2013/02/campagne-oranje-is-ing/ https://www.brand-management.nl/2013/02/campagne-oranje-is-ing/#comments Sat, 23 Feb 2013 07:22:42 +0000 Joris van Zoelen https://www.brand-management.nl/?p=6281

Vincent van den Boogert is bij ING verantwoordelijk voor het merk en de marketing voor de Nederlandse markt. Hij ziet het als zijn kernopdracht om vooral het vertrouwen van de klant te winnen. Relevantie voor de klant is zijn leidraad, met als opdracht het merk meer emotionele waarde te geven. Van den Boogert gaat in op de merkcampagne waarin de kleur Oranje centraal staat.


“Oranje kun je niet claimen, Oranje is van iederereen. Het laat wel onze mentaliteit zien”. ING maakte de radicale keuze om de NPS tot de leidende KPI te maken in al het handelen van alle medewerkers. Dat begint z’n vruchten af te werpen. ING is nog niet waar het wil zijn, maar Van den Boogert ziet dat belangrijke stappen genomen worden.

Bron: Joris van Zoelen, Synergie
]]>
https://www.brand-management.nl/2013/02/campagne-oranje-is-ing/feed/ 0
De klant aan het stuur? No way! https://www.brand-management.nl/2013/02/de-klant-aan-het-stuur-no-way/ https://www.brand-management.nl/2013/02/de-klant-aan-het-stuur-no-way/#comments Sat, 16 Feb 2013 11:56:37 +0000 Joris van Zoelen https://www.brand-management.nl/?p=3584 Aangewakkerd door de economisch uitdagende tijden, versterken veel organisaties de focus op ‘de klant’. Banken en verzekeraars voorop is ‘de klant centraal’ het adagium. Een bizar fenomeen natuurlijk, want het markeert hoe ver sommige organisaties van hun bestaansreden zijn afgedwaald. Het is eigenlijk net als met een waarde als ‘betrouwbaar’. Als je dat heel vaak voor jezelf en voor je klanten moet herhalen, geeft het toch flink te denken. Niet betrouwbaar = out-of-business. De klant niet centraal: idem. Maar ‘klant centraal’ is niet hetzelfde als ‘klant aan het stuur’. Hoe versterk je de waarde voor klanten, zonder jezelf te verliezen?



De klant bepaalt? Met begrippen als ‘transparantie’, ‘consupower’ en de impact van ‘social media’ wordt soms de suggestie gewekt dat de klant de ‘baas’ is over de onderneming. ‘Het merk is van de klant’ is er nog zo één. Natuurlijk is er veel veranderd ten opzichte van de tijd waarin fabrikanten dicteerde wat we ’s avonds op tafel zetten, maar zó erg is het gelukkig niet. Uiteindelijk bepaalt de eigenaar (oprichter, aandeelhouder) wat er met de organisatie en daarmee ook wat er met het merk gebeurt. Niet luisteren naar signalen uit de markt kan de organisatie naar de afgrond brengen. Toch is het een keuze. Net als dat klanten kunnen kiezen een merk niet meer te kopen, kan een merk besluiten om een klant niet meer te bedienen. In die zin is de relatie veel gelijkwaardiger dan eerder.

Alhoewel een aantal organisaties ergens tussen de jaren ’80 en begin ’00 het spoor even bijster was en het eigen bestaan tot hoogste doel verhief (“onze missie is dominant marktleiderschap in alle Europese markten..”), zijn de meeste doordrongen van het feit dat betekenis als bestaansreden de basis is voor bestaansrecht van betekenis. Een flink aantal organisaties heeft het ‘waarom’ weer hervonden en bouwt langzaam maar zeker aan nieuwe merkkracht. Merkkracht die begint bij de klant, zonder als een puppet-on-a-string precies te doen wat de klant zegt te willen.

Klanten weten het gewoon niet Precies doen wat de klant van je vraagt, is niet verstandig. Het is voor klanten nog niet zo eenvoudig om onder woorden te brengen wat zij willen. Hoogstens kunnen zij aangeven wat – gegeven de ervaren conventies in de markt – goed, gewoon en gebruikelijk is. De bekende uitspraak van Henry Ford zegt het toch treffend: “If I had asked people what they wanted, they would have said faster horses”. Een organisatie die exact doet wat de klant vraagt, doet zichzelf ook flink tekort. Immers, juist het vermogen om van ‘klantbehoeften’ doorbrekende en waardevolle ‘klantoplossingen’ te maken, zou de kernintelligentie moeten zijn van elke onderneming. Door dit op een eigen en onderscheidende manier te doen, wordt die oplossing ook ‘merkwaardig’. Als je precies doet wat de klant vraagt, kan een ander dat ook en ben je vervangbaar of overbodig.

Naar sterke merken kijk je een beetje op Johnson, Matear en Thomson lieten in onderzoek zien dat mensen graag langer lopende relaties aangaan met merken waarmee ze een deel van hun zelfbeeld kunnen verbinden (zelfrelevantie). Dit gekoppeld aan het eenvoudige gegeven dat mensen merken niet kopen om zichzelf ‘naar beneden te halen’ (aspiratief – Giep Franzen), maakt dat een merk dat zich in alle bochten wringt voor de gunst van de klant, haar status en kracht verliest. Sterke merken hebben een helder en overtuigd zelfbeeld (identiteit) en zijn beter en slimmer dan hun klanten. Ze hebben bij de start al heel goed geluisterd naar de klant en hebben hetgeen ze zagen en hoorden vertaalt in de ‘betekenis’ die ze willen hebben.

Dat wil niet zeggen dat ze daarna nooit meer praten met klanten en goed luisteren. Natuurlijk wel. Alleen niet om te horen ‘wie ze moeten zijn’. Wel om te weten op welke manier de klant graag bediend wordt.

In een paar bullets - in betekenisgedreven organisaties staat de klant sowieso centraal; - klanten kopen merken waarmee ze zich positief/aspiratief identificeren (zelfbeeld); - klanten kunnen nog niet zo goed vertellen hoe z’n hun eigen vraagstukken zouden oplossen: dat is de intelligentie van het merk; - ‘luisteren naar de klant’ staat niet gelijk aan ‘precies doen wat de klant vraagt’.

In de strijd om de gunst voor de klant, vallen sommige organisaties op de knieën: wie moet ik voor je zijn en wat moet ik voor je doen? Kies mij! Soms biedt dat kortstondig soelaas. Meestal zijn het de duidelijke tekenen van verval. Want niemand koopt van een merk waar hij op neerkijkt.

Bron: Joris van Zoelen

]]>
https://www.brand-management.nl/2013/02/de-klant-aan-het-stuur-no-way/feed/ 0
3 principes voor solide merkverankering https://www.brand-management.nl/2013/02/drie-principes-voor-succesvolle-merkverankering/ https://www.brand-management.nl/2013/02/drie-principes-voor-succesvolle-merkverankering/#comments Wed, 13 Feb 2013 07:44:40 +0000 Joris van Zoelen https://www.brand-management.nl/?p=5178 Vrijwel elke organisatie wil veranderen. Zeker nu de economische tegenwind aanhoudt. Het moet klantgerichter, ondernemender, proactiever en met meer passie en overtuiging. De meer doorgewinterde medewerkers zullen wel denken: “daar gaan we weer”. Die reactie is grotendeels te danken aan het opportunistische ‘veranderen’ in veel organisaties: elke vijf jaar nieuwe missie, nieuwe kernwaarden. Zonde, want al dat veranderen kost veel tijd, geld en energie en bovendien is het niet nodig. In ieder geval niet elke vijf jaar. Door in plaats van een verandering een constante ontwikkeling op gang te brengen, wordt elke organisatie slagvaardiger. Bouwen aan een duurzaam sterk merk vraagt om sterke verankering binnen. En dat begint … binnenstebuiten of buitenstebinnen.


Van tijdelijk naar tijdloos Het is terecht dat organisaties investeren om bij te tijd te blijven. Markten en de vraag van klanten veranderen in razend tempo. Organisaties die achterblijven verliezen snel terrein en op den duur zelfs bestaansrecht. Bovendien zit de concurrentie niet stil. De Red Ocean Rat Race jaagt menig organisatie vooruit. Aanpassingen, verbeterde versies, nieuwe proposities en hele herpositioneringen zijn het gevolg. In de meeste gevallen met matig succes en nauwelijks een bijdrage aan merkkracht. De koerswijzigingen vervreemden fans eerder dan dat ze loyaliteit versterken.


De oorzaken zijn voor vrijwel iedereen herkenbaar. Heftige concurrentie schreeuwt om onderscheidend vermogen. En dus gaat alles op de schop. Visie, missie, kernwaarden, brand story … het moet fris, anders en vooral nieuw. De laatste klantinzichten zijn leidend, want dat is waar de markt nu op zit te wachten. Dan doorvertalen in marktproposities die óf voor de klant minder relevant zijn óf binnen de kortste keren gekopieerd door concurrenten. Oorzaak en oplossing worden vrijwel altijd buiten gezocht.


Hoe ontsnap je aan de Rat Race en bouw je onverstoord door aan de kracht van het merk? Hoe overwin je het tijdelijk voordeel en leg je de basis voor duurzaam onderscheidend vermogen? Dat begint met het beëindigen van de discussie over inside-out en outside-in. Merken die deze twee verbinden, blijven van nature in beweging.



De klant in het hart: buitenstebinnen Vrijwel elke organisatie is begonnen met een inspirerend inzicht. De ondernemer-to-be zag of beleefde iets dat hem of haar raakte en in beweging bracht. Albert Heijn (de oude), Frits Goldsmeding, Jaap Blokker, Frits Philips, Mark Zuckerberg en Bill Gates hadden allemaal ongeveer dezelfde zin in hun hoofd die het ondernemersvuur deed oplaaien: “dat kan beter!”. De basis voor de onderneming ligt vrijwel altijd in de markt. Dat Albert, Frits, Jaap, Mark en Bill het zagen, kwam door wie zij zijn. Wie je bent, bepaalt wat je ziet. Inside meets outside, outside touches inside.


De manier waarop zij invulling geven aan hun inspirerend inzicht, is heel persoonlijk. De organisatie draagt – logisch – vanaf dag één het DNA van de oprichter. Die vertaalt z’n inzicht (naar eigen kennis en kunnen) in een propositie voor de markt. Inside meets outside. De reactie van de markt op de propositie is de volgende impuls voor de ondernemer: mislukking of succes. Outside touches inside.


Inside-out- en outside-in zijn los van elkaar niets waard. Pas wanneer ze samensmelten, ontstaat de chemie die geweldige organisaties en merken doet groeien.


Levend merk is vooral een lerend merk

En dan zijn we pak ‘m beet 30 jaar verder en is de gedreven oprichter er misschien niet meer. Met 50, 100 of misschien wel 5.000 medewerkers laait het ondernemersvuur niet meer door de hele organisatie. En dan begint de cyclus van missie, visie en kernwaarden. Elke keer vol enthousiasme, soms met mooi succes. En vrijwel nooit langer houdbaar dan vijf jaar.


Het klinkt eenvoudig en dat is het zeker niet, maar de basis voor duurzaam succes ligt in de pioniersfase van de organisatie. Wat toen kon, kan nu ook. Het actualiseren van kernwaarden en marktproposities is echter niet genoeg. Het vraagt een gedragsverandering van de mensen in de organisatie. Dat is een flinke kluif. Visieverandering is niet eenvoudiger, maar heeft wel een duurzamer effect.


“Als je iemand een boot wilt laten bouwen, geef ‘m geen hamer en spijkers, maar het verlangen naar de zee.”


Drie principes van interne merkverankering 1. leer het weer zien Door de medewerkers in een organisatie weer te laten zien wat de oprichter zag – maar dan in deze tijd – leg je de basis voor duurzame ontwikkeling van het merk. Het raakte de oprichter in z’n hart en hopelijk raakt het de medewerkers ook. Bij een merk als WarChild of Artsen Zonder Grenzen is dat logisch, maar ook bij commerciële organisaties is het vaak een krachtige emotie die de inspiratie vormt voor de start. Emotie drijft gedrag. Door telkens opnieuw te kijken, drijven visie en emotie de organisatie om zich elke dag te ontwikkelen en het elke dag beter te doen. Van veranderen naar ontwikkelen.


2. weet wie je bent Het unieke DNA dat de oprichter de organisatie meegaf – al is het 300 jaar geleden – kan nog steeds de basis zijn voor duurzaam onderscheidend vermogen: er is niemand zoals jij. Dat DNA is er dus al en niet iets dat in groepssessies bij elkaar gepolderd kan worden. Door de marktinzichten (1) om te zetten in oplossingen die herkenbaar het DNA van de organisatie dragen, bouwt het merk zich stap voor stap. Een hersenwetenschapper zei me ooit dat merken net geitenpaadjes zijn in de bergen: hoe dieper uitgesleten, hoe veiliger de route. Elke merkervaring moet optellen bij de vorige.


Over dat DNA mag geen twijfel bestaan. Het is het kompas en het beton van de organisatie. Telkens nieuwe kernwaarden schaden de soliditeit en daarmee de continuïteit van de organisatie. Medewerkers elke dag weer laten zien waar het merk voor staat, vraagt om congruentie en consistentie. Eerst en voor alles van de leiders in de organisatie. Programma’s om het DNA weer scherp te krijgen kunnen dat proces aanjagen. Daarna is het aan directie en management om het vuur laaiend te houden.


3. laat weten waar je voor staat Natuurlijk kan een slimme promotie soms tijdelijk succes brengen. Als je de deal van de dag bent, heb je zeker kopers. Maar komen ze terug? Loyaliteit gaat over meer dan de economisch beste deal, het gaat over vertrouwen. Vertrouwen dat mensen in de organisatie en het merk kunnen opbouwen door te weten waar de organisatie voor staat en gaat: wat je eraan hebt. Als proposities eenvoudig en logisch samenhangen met de bestaansreden van de organisatie, bouwt dat vertrouwen met elk contact op. Sterke merken volharden in hun verhaal en verzinnen niet elke paar jaar een ander.


En als mensen je eenmaal vertrouwen – liever nog merkfan zijn – dan kopen ze je product of dienst ook als het niet de deal van de dag is.


Merkverankering: noodzakelijk nut Vrijwel elke organisatie wil veranderen. Terecht. Stilstand is achteruitgang. Tegelijkertijd zijn juist voorspelbaarheid en consistentie belangrijke voorwaarden voor duurzaam merksucces. Door de oorspronkelijke bestaansreden van de organisatie centraal te zetten (visie en missie) en vooral te actualiseren in de manier waarop je er vandaag invulling aan geeft, voldoe je aan beide. Het merk herkenbaar als basis, de propositie logisch samenhangend en actueel.



Dat vraagt – zeker als de organisatie al wat langer bestaat – om het opnieuw in beweging te brengen van mensen. Dat loopt vaak stuk op de gewenste gedragsverandering. Door mensen niet te vragen te veranderen, maar vooral te laten zien en ervaren waar de organisatie voor staat, komt bij velen de gedragsverandering vanzelf tot stand. Niet omdat ze moeten, maar omdat ze willen. Omdat ze visie en missie delen en er met hart en ziel voor willen gaan. Vergeet het rijtje met kernwaarden dat zo goed bij de laatste productupdate past. Binnen waarmaken wat je buiten belooft, is lang niet zo effectief als buiten waarmaken wat je binnen gelooft.


Bron: Joris van Zoelen, Synergy

]]>
https://www.brand-management.nl/2013/02/drie-principes-voor-succesvolle-merkverankering/feed/ 0
2013: het jaar van slowbranding https://www.brand-management.nl/2013/01/2013-het-jaar-van-slowbranding/ https://www.brand-management.nl/2013/01/2013-het-jaar-van-slowbranding/#comments Sun, 13 Jan 2013 07:35:26 +0000 Joris van Zoelen https://www.brand-management.nl/?p=5947 2013 Belooft een interessant jaar te worden, zeker omdat geluk niet meer uit de gebruikelijke hoek komt. Na 25 jaar van vrijwel onafgebroken groei en een verlokkelijke wereld vol welvaart is de afgelopen jaren duidelijk geworden dat de traditionele manier van groeien niet meer lukt. Wat van korte duur leek te zijn in 2008 en 2009 blijkt here to stay. Het versterken van de salesforce (strategie ’09 en ’10) en het snijden in de kosten (strategie ’11 en ’12) leidt niet tot een beter resultaat. Klanten zijn simpelweg minder bereid om geld uit te geven aan producten en diensten. Hoe overleef je als organisatie en merk en vooral: hoe word je van de nieuwe situatie ook heel gelukkig? Theorien en managementboeken uit het verleden bieden geen garantie meer voor de toekomst. Daarom een visie op hoe merken in 2013 en verder kunnen winnen aan kracht en na jaren van strategieen die mislukken, iedereen in 2013 weer kan genieten van een strategieen die gelukken.
Even geduld a.u.b. Het bouwen van een sterk merk – zeker wanneer dat niet direct een natuurlijk resultaat is van de huidige performance van de organisatie – is geen ‘kunstje’ of ‘trucje’. Het is niet iets dat je met communicatie ‘even’ doet. Het vraagt de niet aflatende wil van een organisatie om duurzaam van betekenis te zijn en de vakkunde om er ook een succes van te maken. Niet één workshop om je merk te laten groeien, niet een paar goede volzinnen op papier en niet één creatieve ingeving. Niet ‘snel, snel’ of ‘even’ de positionering scherpstellen. De belangrijkste succesfactor voor duurzaam merksucces is … geduld. Natuurlijk niet alleen geduld, maar het is wel cruciaal. De afgelopen tientallen jaren zijn merken die niet uit zichzelf tot grote hoogte groeide, in ijltempo opgejaagd om toch maar te slagen. Vaker met mislukking dan succes als gevolg. Nieuwe visies, nieuwe missies, nieuwe insights, nieuwe positioneringen, nieuwe merkwaarden en nieuwe proposities volgen elkaar in sneltreinvaart op. En toont het merk niet binnen enkele maanden meer teken van leven, wordt een nieuwe richting gezocht. In een wereld van ‘flip-over fantasie’ wordt een werkelijkheid verzonnen die buiten de muren van de brainstorm-vergaderzaal niet bestaat. De kans van slagen is miniem, maar we geloven erin en rennen snel verder. De principes van SlowBranding SlowBranding is het proces waarin het merk op een natuurlijke manier aan kracht wint in de markt. Het is het proces waarin de organisatie gebruik maakt van de natuurwetten en wetenschap over wat mensen beweegt en bindt. SlowBranding kent een aantal principes die gebaseerd zijn op andere ‘slow’ bewegingen en die daar hun kracht hebben bewezen. 1 | Betekenis centraal Alleen producten en diensten die herkenbaar een (belangrijke/urgente) oplossing bieden voor een klantbehoefte krijgen de kans te groeien. In de markt is geen ruimte meer voor ‘bedachte’ proposities. Het business model daaronder is niet meer houdbaar: de marketinginvestering is te groot voor een redelijk ROI. Klanten kopen alleen wat écht van waarde is. Organisaties die erin slagen in de huid van de klant te kruipen, zich te verbinden met de uitdagingen van die klant en daarvoor doorbrekende oplossingen ontwikkelingen, hebben binnen en buiten de organisatie een goed verhaal en daarmee ook een goede kans. 2 | Cooperatie en co-creatie Kennis en kunde zijn overal en vrij verkrijgbaar. Veel organisaties baseren producten en diensten (en ‘innovaties’) op zogenaamde insights die ze in vaak oppervlakkig onderzoek hebben verzameld. In de meeste gevallen zijn het insights die alle concurrenten ook hebben. Het gevolg is logisch: alle partijen komen met een vergelijkbare propositie op de markt, waarbij ze vooral in communicatie nog een verschil forceren. De red ocean is een feit en het verlies is collectief. Het samenbrengen van klanten (met hun behoeften), de eigen organisatie en wellicht ook anderen kan zowel de inzichten in de werkelijke behoeften als de mogelijkheden voor oplossingen verdiepen en verrijken. 3 | Alles met aandacht: kwaliteit en waardecreatie SlowBranding staat ook voor aandacht. Natuurlijk aandacht voor de klant, maar vooral ook voor de ontwikkeling en levering van het product of de dienst. Elk aspect dient bekend te zijn en begrepen. Waar zijn grondstoffen gesourced, wie werken er aan het product, onder welke omstandigheden, wat is de werking van het product of de dienst? Alle aandacht gaat uit naar de kwaliteit van product of dienst en het ontwikkelen en leveren van duurzame waarde voor de klant. 4 | De natuurwetten doen hun werk: proces De markt laat zich niet meer forceren. Medewerkers ook niet. Veel organisaties proberen – tegen beter weten in – het water naar het hoogste punt te laten stromen in plaats van te kijken hoe ze de dynamiek van de markt voor zich kunnen laten werken. Minder spannend, wel effectiever. Zo is het beter om aan te sluiten op iets dat mensen al weten, dan ze met een Big Bang te verrassen met iets totaal nieuws. Congruentie en consistentie zijn ook wetten: het brein haat verwarring. SlowBranding is een geleidelijk proces waarin de snelheid van de markt leidend is en logica de basis is voor elke volgende stap. Merk en markt groeien met elkaar mee. 5 | Met respect en in balans SlowBrands zijn merken die respectvol zijn naar de wereld om zich heen. Klein is het nieuwe groot, lokaal is de nieuwe wereld. Respectvol betekent bijvoorbeeld meer geven dan nemen, geen schade aan iets of iemand toebrengen en met begrip voor andermans keuzes. SlowBrands komen op die manier in balans met hun omgeving en versterken de positie op basis van de geleverde waarde. Het is geen ‘MVO-moetje’ maar een doorleefde overtuiging die doorklinkt in alles dat de organisatie is en doet. 6 | Organische groei In veel organisaties is groei nodig om het business model te laten werken. Meer groei vaak dan op een natuurlijke manier beschikbaar is vanuit behoefte en de onderscheidende waarde van het merk. SlowBranding neemt de natuurlijke acceptatie van de markt als vertrekpunt en baseert het verdienmodel daarop. Groei is een resultaat en geen doel op zichzelf. Merken die op een natuurlijke manier in de markt groeien, zullen een duurzaam stevigere positie verwerven als logisch onderdeel van die markt. Same, same, but different Oude wijn in nieuwe zakken? Zeker! In het prille begin van de handel, was SlowBranding de enige manier. Een marktpositie werd alleen maar opgebouwd door unieke waardecreatie. In die veel kleinere wereld gingen ‘merk’ en ‘markt’ al min of meer gelijk op. Een situatie die – met golven – voortduurde tot begin 1900. De maakbare wereld die daarna ontstond heeft ons gebracht waar we nu zijn. In 2013 zijn we de maakbaarheid voorbij en kunnen we de oude wijn weer schenken. De wetten gelden nog steeds. Alhoewel door de gejaagdheid soms overschaduwd, past Slow helemaal in deze tijd. Slow is authentiek, reeel, zinvol, oprecht, betekenisvol, cooperatief, lange termijn, waardecreerend en maatschappelijk betrokken. Slow is tegelijkertijd uitdagend en energiek. Het vraagt om dieper graven dan ooit, om echte verbinding met klanten, om doorgaan waar anderen stoppen en om vakmanschap dat nu helaas soms verworden is tot een oppervlakkig trucje om te scoren op korte termijn. Het is de oprechte wil van organisaties om iets te betekenen en niet alleen morgen, maar ook over 100 jaar nog een waardevolle component van de samenleving te zijn. Slow is ook heel menselijk. Niet slow van langzaam of lui, maar van begrijpelijk, zinnig, plezierig en waardevol. Slow neemt mensen serieus: als aanbieder en als afnemer. SlowBranding gaat over het bouwen van oersterke merken door geduld en geleidelijkheid. Wat snel komt, zal vaak ook weer snel gaan. Wat met aandacht stap voor stap wordt gebouwd is sterker en kan tegen een stootje. Nederland kent vele organisaties en merken die 100 of meer jaar bestaan. Zij startte vrijwel allemaal als SlowBrand en hebben hun succes in 2013 straks ook te danken aan het vasthouden van die principes. Let’s go Slow! Bron: Joris van Zoelen , Synergie
]]>
https://www.brand-management.nl/2013/01/2013-het-jaar-van-slowbranding/feed/ 0
Design en de rol in merkpositionering https://www.brand-management.nl/2013/01/design-en-de-rol-in-merkpositionering/ https://www.brand-management.nl/2013/01/design-en-de-rol-in-merkpositionering/#comments Mon, 07 Jan 2013 07:08:55 +0000 Joris van Zoelen https://www.brand-management.nl/?p=5932
Design speelt een belangrijke rol in merkpositionering. En het belang neemt toe, nu veel dienstverleners alles in het werk stellen om hun aanbod vooral tastbaar te maken. Leidend in de ontwikkeling van visuele stijl zijn vaak de merkpersoonlijkheden van organisaties. Stijlvol als 007, creatief als Apple, down-to-earth als Hema,… Nog voortbordurend op de jaren ‘90/’00, de hoogtijdagen van de Experience Economy lijkt merkdesign maakbaar. Met als optimum het creëren van belevingen, waarin zoveel mogelijk zintuigen aangesproken worden. De sterke merken van vandaag laten echter zien dat de basis van succes niet meer ligt in het creëren van beleving, maar vooral in het hebben van betekenis. Dat vraagt om een andere benadering van de visuele merkstijl. Archetypen bieden dan een effectieve start.

Afstand tussen merkstrategie en merkdesign groeit
Het hebben ervan is geen issue. Van multinationals tot het klusbedrijf om de hoek – iedere organisatie heeft een visuele merkstijl. Tegelijkertijd worstelen veel organisaties met hun ‘designmanagement’ – de manier waarop ze er vorm aan geven. De afstand tussen de merkstrategie en merkdesign groeit. Waar de merkstrategie steeds meer een directieaangelegenheid wordt, gericht op de totale organisatie, blijft het design beperkt tot de marketing-/communicatieafdeling. Dit heeft twee gevolgen: (1) de merkstijl blijft veelal beperkt tot een uitstraling, op zijn best tot een beleving, maar doet weinig voor het versterken van de merkbetekenis. En (2) de strategie biedt weinig houvast om het merk levend te houden. Daardoor ziet men zich genoodzaakt om vernieuwing vooral in creatieve impulsen te zoeken. En om die nieuwe impulsen te vinden worden designbureaus met grote regelmaat ingewisseld. Zo doken in de ranking van de beste designbureaus namen als Ahold, ING en DE in de klantlijsten van meerdere bureaus op (MarketingTribune designspecial, oktober 2012). Voorbij de experience economy De plek van merkdesign in organisaties verandert mee met de rol van merken. Die rol verschoof van herkenning, tijdens de Industriële Revolutie (denk aan Campbell’s soepblikken), naar onderscheidend vermogen en emotionele meerwaarde (post WO-II). Totdat rond de milleniumwisseling, onder de vlag van the Experience Economy alles gericht was op het creëren van belevingen. Hoe grootser en meeslepender, hoe beter (winkels werden experiences, etc.). “We’re hardwired to notice only what’s different”, zo stelde Marty Neumeier (the Brand Gap, 2005). Als álles beleving is, dan merken we het niet meer op. En zo ging de Experience Economy ten onder aan zijn eigen succes. De schaarste van nu, in een wereld waarin we overprikkeld zijn, is persoonlijke relevantie. En daarom maakte beleving plaats voor betekenis. De sterke merken van vandaag zijn niet diegenen die de grootste beleving creëren, maar zij die het meest relevant zijn. De verandering naar betekenis heeft ervoor gezorgd dat het merk steeds meer geïntegreerd wordt met de totale business-strategie. Die verschuiving stelt andere eisen aan de visuele merkstijl. Archetypen als basis voor visuele merkstijl Archetypen bieden een waardevolle basis voor de visuele merkstijl. Het Archetype-model (Mark & Pearson, op basis van Jung) onderscheidt twaalf archetypen, gebaseerd op universele menselijke rollen, die in alle tijden en plaatsen terugkomen. Het model biedt een effectieve basis voor merkpositionering. En ook voor de visuele merkstijl. Niet op grond van gecreëerde persoonlijkheden, maar als logisch gevolg vanuit de merkbetekenis en -rol. Een goed voorbeeld vinden we in FrieslandCampina. Met de ambitie om te voorzien in de dagelijkse voeding van mensen overal ter wereld en er tegelijkertijd voor te zorgen dat de melk van de aangesloten boeren optimaal gebruikt wordt, bevindt de co-operatie zich in het archetype van de Helper. Die coöperatieve gedachte vertaalt zich ook in het merkdesign. Die beperkt zich niet tot de huisstijl, melkverpakkingen en commercials, maar gaat net zo goed over de boerderijen die het decor van de Campina Boerderijdagen zijn. Ook in KLM, die als Leider betrouwbare, en Nederlands-pragmatische hoogwaardige service wil bieden, zien we het archetype vertaald in het merkdesign. Met het Marcel Wanders-servies voor de business class onderstreept het design de merkbetekenis niet alleen, maar draagt het daar ook aan bij. Drie lessen over effectief merkdesign: 1 – merkdesign creëer je niet, je regisseert het. Nog meer dan creativiteit, vereist dat een goede inbedding in de merkbetekenis en -strategie. De archetypen helpen om dan om de uitgangspunten voor de visuele stijl te definiëren; 2 – iconen zijn nodig als dragers van het verhaal (de black dress van Chanel, de lachende ‘e’ van Heineken,…) 3 – het gaat over het totaal. Mensen vormen zich een beeld op basis van álles wat ze van je zien, niet alleen over dat wat bewust zo gedesigned is. Het designen van betekenis…dat is wat een effectieve visuele merkstijl doet. Bron: Joris van Zoelen, Synergie
]]>
https://www.brand-management.nl/2013/01/design-en-de-rol-in-merkpositionering/feed/ 0
IKEA duurzaamste imago van Nederland https://www.brand-management.nl/2012/12/ikea-opnieuw-duurzaamste-imago-van-nederland/ https://www.brand-management.nl/2012/12/ikea-opnieuw-duurzaamste-imago-van-nederland/#comments Sat, 29 Dec 2012 08:00:34 +0000 Joris van Zoelen https://www.brand-management.nl/?p=5354 IKEA heeft het duurzaamste imago van Nederland, zo blijkt uit de Sustainable Image Index 2012. Het is voor het derde jaar op rij dat het Zweedse woonconcern door Nederlandse consumenten als meest duurzaam wordt gezien. FrieslandCampina en Rabobank completeren de top3 van deze derde editie van de Sustainable Image Index (SSI) waarin de beleving van duurzaamheid onder 1.050 consumenten is gemeten. 


Het SII-onderzoek is erop gericht organisaties en hun merken houvast te bieden bij het ontwikkelen en verankeren van duurzaamheid in strategie en operatie. Daarom niet alleen gemeten wie het meest duurzaam is, maar ook wat een duurzaam imago maakt. Het onderzoek is een samenwerking tussen MindWorld, Survey Sampling International en Synergie.


Winnaars en verliezers, Samsung verslaat Apple Ten opzichte van vorig jaar wisten AirFrance KLM, Essent en Rabobank hun positie sterk te verbeteren, terwijl Achmea, Apple en de Bijenkorf dit jaar de verliezers zijn. FrieslandCampina heeft een duurzame strategie geformuleerd, Route2020, die blijkbaar ook door de Nederlandse consument wordt herkend: het zuivelbedrijf stijgt vijf plaatsen naar nummer 2. Ook de nummer 3, Rabobank, stijgt fors: acht plaatsen. HEMA en Philips maken de top5 compleet. Bol.com blijft in de top10 ondanks een relatief lagere waardering van de Nederlandse consument voor de manier waarop het bedrijf omgaat met de ‘planeet’. Bol.com weet dat echter te compenseren op de andere drie factoren die duurzaamheidsbeleving bepalen: ‘People’ (mensen), ‘Persistence’ (bestuur) en ‘Performance’ (productkwaliteit). Nieuw in de top10 is Samsung, dat in elk geval in duurzaamheidsbeleving concurrent Apple ver achter zich laat. Onderaan de ranking vinden we organisaties als het Rijk (40), Shell (39) en TNT (38).



Duurzaamheid als basis voor business, geen schadelastbeperking Drie organisaties springen in het oog met structurele stijgingen: FrieslandCampina, Eneco en Heineken. Opvallend is dat de organisaties die structureel stijgen, duurzaamheid zien als een business opportunity en de basis van hun waarde propositie. Dit geldt ook voor de nummer 1, IKEA. Alle vier organisaties hebben business cases gemaakt van duurzaamheid. Duurzaamheid is voor hen meer dan een middel tot schadelastbeperking: het is een bron om waarde toe te voegen. Zij hebben de logische link gelegd tussen de identiteit en rol van de organisatie en de vraagstukken rond duurzaamheid.


Zonder deze logische verbinding blijft duurzaamheid een verdacht thema, zo blijkt uit het onderzoek. De inspanningen leveren geen voordeel in beeldvorming. Ook het steeds sterker wordende ‘halo-effect’ van duurzaamheid treedt dan niet op. Dit is het effect dat duurzame organisaties positiever, aantrekkelijker en sympathieker worden gezien dan niet-duurzame organisaties.


Profit grootste mythe van duurzaamheid: de vier P’s van een duurzaam imago. Uit het onderzoek blijkt dat een duurzaam imago bestaat uit vier componenten. Naast de twee traditionele pijlers (‘Planet’ en ‘People’) blijkt dat mensen duurzaamheid afleiden uit de intenties van organisaties om te blijven bestaan: ‘Persistence’. Hiervoor zijn factoren van belang zoals openheid, transparantie en een langetermijnvisie. Tot slot speelt ook het algemene beeld van de kwaliteit van de organisatie en haar producten en/of diensten mee: de ‘Performance’. ‘Planet’ weegt het zwaarst mee in de beeldvorming (42 procent) gevolgd door Persistence’ (36 procent), ‘Performance’ en ‘People’ (beide 11 procent). Het belang van elke pijler varieert per sector.


Profit als doel op zich zien mensen niet als kenmerk van een duurzame organisatie. Winst is een drijfveer die wantrouwen wekt. Het lijkt te verwijzen naar onze genetische reflex om juist niet duurzaam om te gaan met onze omgeving. Aan stabiliteit en continuïteit van organisaties hechten klanten wel veel waarde.


In de drie jaar dat het onderzoek wordt gehouden, is een sterke ontwikkeling te zien in het beeld dat mensen hebben van duurzaamheid. Het zogenaamde ‘halo-effect’ van duurzame organisaties wint aan kracht. Mensen zijn positiever over ‘duurzaamheid’. Het wint aan sympathie en wordt meer verbonden aan inspiratie en innovatie. Meer mensen vinden het belangrijk en de intentie om zich duurzaam te gedragen, groeit. Tot slot is te zien dat het gepercipieerde imago van ‘duurzame mensen’ opnieuw sterker wordt. Ze zijn op weg de helden van morgen te worden.


Over het onderzoek De Sustainable Image Index is een jaarlijks terugkerend onderzoek naar de beeldvorming van duurzame organisaties met als resultaat een ranking. De SII richt zich dus niet op de feitelijke maar op gepercipieerde prestaties op het vlak van duurzaamheid. De ranking wordt elk jaar gepubliceerd in MT (Management Team). Om de ranking mogelijk te maken, zijn meerdere exploratieve onderzoeken uitgevoerd naar duurzaamheidsbeleving. In 2010 werd het onderzoek voor het eerst in Nederland uitgevoerd, waar het in 2011 en 2012 is herhaald. In 2011 werd het onderzoek daarnaast in Frankrijk, Duitsland en Groot-Brittannië uitgevoerd.



Om in kaart te brengen wat duurzame beeldvorming bepaalt, maakten we gebruik van de Vrije Associatiemethodiek van MindWorld. In een online vragenlijst worden alle deelnemers volledig vrij gelaten om in eigen woorden kenbaar te maken wat men onder de thema’s ‘duurzaamheid’ en ‘duurzame organisatie’ verstaat. Door deze enorme hoeveelheid aan spontane reacties vervolgens te clusteren, ontstaat een ongestuurd en kwalitatief inzicht met de betrouwbaarheid van een kwantitatieve meting.


In 2010 is voor het eerst in kaart gebracht wat duurzame beeldvorming bepaalt. Daaruit bleek dat duurzaamheid voor consumenten veel meer is dan alleen ‘groen doen’. Vier pijlers bepalen de mate waarin een organisatie als duurzaam wordt gezien: Planet, People, Persistence & Performance. In 2012 vonden we opnieuw dezelfde pijlers. Deze vormen met het algemene duurzaamheidsbeeld de basis van het gehanteerde onderzoeksmodel.


Meer informatie:  www.sustainableimageindex.nl of www.synergie.nl.


]]>
https://www.brand-management.nl/2012/12/ikea-opnieuw-duurzaamste-imago-van-nederland/feed/ 0
Strong brands: no personality, wel een rol https://www.brand-management.nl/2012/12/sterke-merken-geen-personality-wel-een-rol/ https://www.brand-management.nl/2012/12/sterke-merken-geen-personality-wel-een-rol/#comments Sun, 02 Dec 2012 07:53:48 +0000 Joris van Zoelen https://www.brand-management.nl/?p=5428 Merken zijn eindeloos intrigerend. Misschien wel door de combinatie tussen potentie en ongrijpbaarheid. Onderzoeken naar ‘brand equity’ laten zien dat een sterk merk positieve invloed heeft op voorkeur, loyaliteit en tevredenheid. Hij die het sterkste merk bouwt heeft de wereld, of in iedere geval de markt, in handen. Helaas weten we nog niet goed hoe we ons merk zo sterk maken. Merkpersoonlijkheid is voor veel marketeers en reclamemakers het antwoord. Een aantrekkelijke combinatie van eigenschappen, vaak gebaseerd op archetype, om onderscheidend te zijn in het hoofd van de klant. Binnen Synergie vragen we ons af of dit werkt. Is het mogelijk om de gewenste persoonlijkheid in het hoofd van de klant te krijgen?


Deze vraag hebben we, in samenwerking met de Erasmus Universiteit Rotterdam, vertaald in een onderzoek. Eerst is gekeken hoe je merkpersoonlijkheid kunt onderzoeken. Op basis van de methodieken van Aaker en Bao & Sweeney is een instrument ontwikkeld. Dit instrument koppelt de kracht van twee hoofdstromen binnen merkpersoonlijkheidsonderzoek. Met dit instrument zijn twee grote merken uit de dienstverlening in kaart gebracht. Daarbij is ook gekeken naar de relatie met merkvoorkeur. De merken zijn beoordeeld door werknemers en klanten. Daarmee bestrijkt het onderzoek zowel het klantmerk als het werkgeversmerk. De resultaten zijn opmerkelijk.



Ja, we vonden een verband tussen een sterke merkpersoonlijkheid en merkvoorkeur. Zoals ook in veel andere onderzoeken. En ja, we kunnen meten of het merk sterk of zwak is. Maar opvallender is dat een sterke merkpersoonlijkheid samenhangt met een hogere score op álle persoonlijkheidseigenschappen. We vonden geen sterke score op een specifieke combinatie. Alle individuele eigenschappen hebben een positieve relatie met elkaar. Er is dus sprake van een Halo-effect: de positieve perceptie van het merk als geheel straalt over naar alle onderliggende eigenschappen.


Dat betekent dat merken in de perceptie van de klant geen unieke persoonlijkheid hebben. Ook al kunnen we merken plaatsen op archetype modellen. De merkpersoonlijkheid wordt niet zo eenduidig herkend. De verklaring is te vinden in de klassieke psychologische theorie van Jung en Adler. De archetypen zijn door hen ooit neergezet als algemeen herkende betekenisstructuren. Deze betekenisstructuren duiden de rollen van de archetypen. De misvatting is dat elke rol ook een vaste, unieke persoonlijkheid heeft. Dat is niet correct. Een rol kan op diverse manier in worden gevuld, waardoor verschillende persoonlijkheden bestaan. Het terugbrengen tot één persoonlijkheid is een versimpelde weergaven. Een stereotype.


Het merk Harley Davidson kan dit punt verduidelijken. Dit merk scoort hoog op veel persoonlijkheidseigenschappen: verbindend, stoer, rebels. Allemaal eigenschappen die zich verspreiden over de klassieke archetype modellen. Maar HD heeft wel één duidelijke en onderscheidende rol. Harley Davidson maakt robuuste en betrouwbare motoren die jou in staat stellen het onbekende tegemoet te rijden. De naam van de eerste motor was toepasselijk: Liberator.



Merkpersoonlijkheid is dus niet de weg naar het sterke merk. Het helpt ons om een sfeer te duiden en om het merk tastbaar te maken. Met name voor uitingen is dat bruikbaar. Een sterke plek in het hoofd van klanten verkrijg je er niet mee. Voor klanten is het niet belangrijk wie je bent, maar wat je doet. Het gaat niet om het claimen van een persoonlijkheid, maar om het hebben van relevante betekenis.


Merkbouwers en -verantwoordelijken kunnen een waardevolle les uit het onderzoek halen. Het fundament voor duurzame merkstrategie ligt niet in merkpersoonlijkheid; een uniek profiel van eigenschappen in het hoofd van de consument. Het ligt in betekenis; relevant zijn voor de klant. Wij adviseren daarom om elk marketing- en communicatieplan te starten met één essentiële vraag: why should they care?


 

Bron: Joris van Zoelen

]]>
https://www.brand-management.nl/2012/12/sterke-merken-geen-personality-wel-een-rol/feed/ 0